De carrière van de pas 22-jarige Anaïs Oluwatoyin Estelle Marinho alias Arlo Parks kende een paar jaar geleden een komeetachtige start met het juichend ontvangen en gelauwerde debuutalbum Collapsed In Sunbeams. Reikhalzend werd dan ook uitgekeken naar die immer lastige tweede. Op My Soft Machine diept de Britse met Franse en Afrikaanse wortels haar dromerige, laidback pop met soul-, electro- en hiphopelementen verder uit.
De arrangementen zijn gelaagder, waardoor de liedjes meer reliëf hebben en ruimtelijker klinken, ook door een grotere rol voor melodieuze synths. Haar fluisterende zang is een onveranderd centraal punt in de nummers. Ze geeft een eerlijk, soms pijnlijk inkijkje in haar leven en dat van haar omgeving, met observaties over relaties, verliefdheden en pijn. ‘I wish I was bruiseless / Almost everyone that I love has been abused / And I am included’, zingt ze in opener Bruiseless, over hoe oude pijn doorwerkt in het heden. Dat wordt gevolgd door het relaxte synthnummer Impurities, dat gaat over de kracht van liefde en hoe die gevoelens van schaamte en ongemak kan opheffen. De openlijk biseksuele Parks bezingt de damesliefde op een natuurlijke, niet-nadrukkelijke manier. Ze doet dat in Devotion, dat drijft op een fijne rockgitaarriff: ‘Girl I want to protect you, I do / Your touch embroiders me / I am wide open.’ Het zachte liefdesliedje Pegasus is een duet met Phoebe Bridgers, ook een LHBTI+-boegbeeld. Hun stemmen passen mooi bij elkaar. Weightless is een fijn electropopliedje over een moeizame liefde en I’m Sorry is soulvol, met subtiele drums en een effectvolle elektrische gitaar. Op het fraaie My Soft Machine is Arlo Parks op alle fronten dichtbij zichzelf gebleven en lost daarmee de verwachtingen ruimschoots in.