ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Het verleden heeft immers geleerd dat Paul het best gedijt als hij flink tegenspraak krijgt. Bij The Beatles werd daar ruim in voorzien. In de latere jaren waren het George Martin, Elvis Costello en Jeff Lynne die hem tot grote hoogte wisten te laten stijgen. Op New werkt Paul McCartney samen met vier dertigers: Mark Ronson (Amy Winehouse), Ethan Johns (Kings Of Leon, Vaccines), Paul Epworth (Adele) en Giles Martin (zoon van George). Hij verdeelt en heerst en dat komt de coherentie niet ten goede. Het experimentele Appreciate had beter gepast op een nieuw Fireman-album en met een wat strengere aanpak was van On My Way To Work, Hosanna en Road best meer te maken geweest. Ook beginnen de jaren onmiskenbaar vat te krijgen op de eeuwig jeugdig ogende McCartney. In de ballads Early Days en Scared kraakt zijn stem vervaarlijk en kost het zingen hem duidelijk meer moeite dan vroeger. Daartegenover staat dat McCartney nog altijd als geen ander memorabele melodieën kan verzinnen en ook hier weer grossiert in harmonische vondsten. Bij het titelnummer denk je in eerste instantie dat je het allemaal wel eens eerder en beter hebt gehoord (Penny Lane, Got To Get You Into My Life), maar betrap je jezelf er vervolgens op dat je het de hele dag loopt te fluiten. Zo nestelt na enkele malen draaien driekwart van dit album zich comfortabel in het Macca-oeuvre en verbazen we ons erover dat hij nog altijd zo’n krasse knar is. JAN VAN DER PLAS