Misschien droomt Jacob Bannon ’s nachts wel van lentefleurige bloementuinen waarin hij met z’n konijn rondhuppelt, of bakt hij op zondag appeltaart voor zijn moeder – de schattebout . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Weten wij veel? U zult de vocalist van het Bostonse Converge er op No Heroes niet over horen. Ga er maar vanuit dat zijn ‘goede ik’ thuis stevig aan het nachtkastje zat vastgeketend toen het bordje ‘do not disturb!’ aan de deur van de Godcity-studio werd opgehangen. En hemeltje lief, wat is het daar, in het opnamehonk van gitarist Kurt Ballou, weer uit de hand gelopen. Alleen bij het zien van die verzuurde tracklist beginnen de gezichtsplooien al te wringen. Dan moet het denderen, maaien, jennen, zuigen, schuren en fileren nog beginnen. Want voorzover het nog te registreren valt, is No Heroes het meest wrange, opgejaagde album uit het vijftienjarige bestaan van Converge. De vier halen verwoestend uit met schijnbaar roekeloze uitspattingen, die door uiterst snedig roffel- en breakwerk van drummer Ben Koller ternauwernood bij elkaar worden gehouden. Opnieuw lijkt Ballou zijn opnameapparatuur moedwillig van de trap te hebben laten stuiteren; piepen, kraken en oversturen deed het na het vorige album You Fail Me klaarblijkelijk nog niet genoeg. En wat doet Bannon? Natuurlijk, als het restantje appelgebak achter de kiezen is, kermt hij er weer gegarandeerd onverstaanbaar op los. Slechts één keer – in het geweldige, negeneneenhalve minuut durende Grim Heart/Black Rose – klinkt er een vocale melodielijn, maar die komt van gastzanger Jonah Jenkins (Only Living Witness). Dit is nou rancune van de buitenklasse. RIENK WOPEREIS