ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
De 29-jarige Amerikaan is inmiddels een volwassen man, die zijn benen het liefst onder een piano schuift om een eenvoudig popliedje te schrijven. Dat is ook precies wat No No No biedt. Het vrolijke huppelende pianoloopje van de titeltrack bijvoorbeeld. Of het staccato partijtje van Fener. Na een aantal verwarrende jaren voor Condon (in het kort: een echtscheiding, paniekaanvallen, writer’s block en een nieuwe liefde) nestelde zich een vreemde lichtvoetigheid in zijn schedeldak. Een geveinsde lichtvoetigheid misschien. Condon en zijn twee bandleden zijn ‘gewoon een beetje gaan spelen’ om zijn vastgelopen creatieve motor weer op gang te krijgen, zo vertelt hij in het interview in de OOR van deze maand. Het heeft hem geholpen. Fijn. Hij zal alleen moeten accepteren dat dit proces voor ons, zijn luisteraars, helemaal niet zo interessant is. De liedjes op No No No zijn vaak zo onuitgesproken en conflictvermijdend dat het moeilijk is er iets bij te voelen. Het is lastig om mee te leven met iemand die zijn problemen wegfluit. Dan missen we toch die wereldreiziger met de ontstemde ukelele. De melancholicus die elke tegenslag ontving met een heroïsche verslagenheid en een volledig zigeunerorkest nodig had om er weer bovenop te komen. Het plaatje is overigens na een klein half uurtje al afgelopen. Meer zat er niet in blijkbaar.