Als Nederland ooit een Nationaal Popmuseum krijgt, dan mag Drenthe worden vertegenwoordigd door de keukentafel van Daniël Lohues. Niet alleen komen er aan de lopende band tijdloze liedjes met universele wijsheden vanuit zijn boerderij in Erica, de muziek van Lohues neemt de luisteraar ook weer mee naar de rust van het platteland.
Nou is alweer soloalbum nummer 14, geschreven in en om ’t huis. De inspiratie ligt als vanouds zowel naast de deur (het Bargerveen, de dierentuin in Emmen) als achter de horizon, waar we het weerlicht zien (maar maak je geen zorgen, want ‘t Komp De Hondsrug Niet Over), de Führer ‘knockout van de pillen’ in zijn bunker slaapt en op een zonnig terrasje in Frankrijk tóch weer een schone dame aanschuift. Lohues droomt anno 2024 klein, zowel in de muziek (veelal akoestisch en piano) als in ‘t hoofd: hij kijkt terug naar Mien Kamertie (‘Soms in een droom ben ik er weer’) en ook de ideale toekomst tekent zich af in Dan Red Ik ’t Wel: ‘Laat mij hier nou maar mooi’, stelt Lohues, deels als gebod, maar vooral als geruststelling. Ook onder de onheilspellende wolken van 2024 kun je een plek vinden waar de waan van de dag langs je heen waait. Lohues gaat dan even aan de keukentafel zitten en tuurt over het veen. De rest van het land hoeft alleen maar deze fraaie plaat op te zetten – en dan weet je dat ’t weer vanzelf een keer opklaart.