ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Debuut All Hour Cymbals (2007) was weliswaar al behoorlijk toegankelijk, maar bleef toch een beetje een ondoorgrondelijke, psychedelische folkplaat van een stel malle free spirits, waarbij de songs vooral rituelen leken: wiegende regendansen vol onheilspellende samenzang en naar wierook geurende melodieën. Odd Blood, voorafgegaan door de euforische single Ambling Alp (met de wijze raad ‘Speak up for yourself son / Never mind what anybody else done’ als refrein), is bepaald andere koek. De plaat – op het eerste gehoor een tikkie overgeproduceerd – klinkt stukken gelaagder en elektronischer, maar staat desondanks voor minimaal de helft vol met songs die direct beklijven. Opener The Children (vervormde zang, weerspannig ritme) mikt nog even op het verkeerde been, maar via Odd Blood en het wonderschone Madder Red – met een woehoehoe-koortje dat festivalmassa’s gretig zullen oppikken – gaat het naar een caleidoscopische, genre-overstijgende biotoop die eigenlijk helemaal niet kán, maar toch helemaal klopt. En ja, Animal Collective en TV On The Radio hebben al laten horen hoe zulke dingen kunnen werken. In hun geval ging het om iets als ‘Brian Wilson meets avant-garde’ of ‘zwarte funk trouwt blanke noise’, bij Yeasayer gaat ‘t dieper, verder, schaamtelozer zo u wilt. Het bij vlagen mierzoete I Remember is bijvoorbeeld nog nét geen familie van Ultravox’ Vienna, in de koortjes die O.N.E. uitluiden herkennen we een moedige knipoog naar de Bee Gees (of zeggen we tegenwoordig Scissor Sisters?) en het funky Love Me Girl vergt helemaal niet zoveel fantasie om er Michael Jackson zijn pirouettes bij te zien draaien. En wat maken we van Rome? Electro-rockabilly? Het als een oosterse buikdans vibrerende Strange Reunions is dan gelukkig weer ouderwets, eh, vreemd. En zo gaat Odd Blood nog even door. Tot op het randje, telkens weer, om uiteindelijk op een bizarre maar geloofwaardige manier overeind te blijven. Het kan niet anders of een van de Spraakmakende Platen van 2010 is gearriveerd. ERIK VAN DEN BERG