ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Maar toch: de Followill-familie had er weer een fan bij. Inmiddels breng ik alweer enige weken door met Only By The Night en dat valt om de drommel niet mee. Als gezegd, die eerste vier liedjes zijn onbetwist briljant. Neem de spookachtig sluipende en door machtige drumklappen voortgeduwde opener Closer, die opperbroer Caleb direct alle ruimte geeft om te doen wat ie op Only By The Night nu eenmaal besloten heeft te doen: zingen. Als in: z-i-n-g-e-n, vol soul en zonodig met zes hoofdletters. Huiveringwekkend goed. Maar ook protestsong Crawl, stekelig en ongepolijst in woord én klank, hakt er genadeloos in. Sex On Fire en Use Somebody zijn vervolgens minder grillig, maar behoren evengoed tot de beste songs die de Kings ooit opnamen. Na zo’n daverend openingssalvo kan het alleen maar minder worden, denk je dan. En dat gebeurt ook. Vanaf het zoetige Manhattan krijgen spanningsloze rockballads (al dan niet met gezapig southern sausje) ineens de overhand, met Revelry en het tenenkrullende 17 (‘ooh, she’s only seventee-een!’) als dieptepunten. In afsluiter Cold Desert wordt de vorm nog even hervonden, maar de magie is dan allang de nek omgedraaid. Diagnose? Ik zou zeggen: nóg ‘volwassener’ geworden dan op Because Of The Times al het geval was, daarin zelfs een beetje doorgeschoten en nu hard op weg een Tom Petty & The Heartbreakers (of voor mijn part Pearl Jam) voor het Obama-tijdperk te worden. Mijn zegen hebben ze. Hun finest moment – ook al duurde het maar een kwartiertje – staat hier immers voorlopig op repeat. ERIK VAN DEN BERG