Vijf jaar na hun titelloze debuutalbum heeft het Rotterdamse Lewsberg een unieke positie ingenomen in het Nederlandse alternatieve poplandschap. Het viertal opereert nog steeds volledig onafhankelijk, maar krijgt vanuit heel Europa lof toegezwaaid en toert bijna alleen maar buiten de landsgrenzen.
Op Lewsberg (2018) en In This House (2020) maakte de band indruk met stoïcijns doordreinende gitaarliedjes in de traditie van The Velvet Underground, met als kers op de taart de poëtische praatzang van Arie van Vliet – alsof Lou Reed een in Rotterdam geboren Reviaan was. In Your Hands (2021) was veel ingetogener en klonk verrassend minimalistisch en intiem. Het ronkende gitaargeluid was verdwenen, en keert ook op Out And About nauwelijks terug. De energie wel. Without A Doubt, Going Places en Communion zijn pakkende, bijna poppy gitaarliedjes. Altijd met een melancholieke ondertoon, maar toch: zo luchtig klonk Lewsberg niet eerder.
En er is meer veranderd. Bassiste Shalita Dietrich schreef Without A Doubt en Canines, en zingt veel meer. Vaak verdeelt zij of drumster Marrit Meinema de coupletten en refreinen in een nummer met Van Vliet. Die wisselwerking is verfrissend. Van Vliet komt minder afstandelijk over en lijkt meer over menselijke emoties en de liefde te schrijven. Zoals in het ontwapenende Debbie, waarin de hoofdpersoon haar man verlaat omdat er toch meer in het leven moet zijn dan hun kleine wereldje. ‘There are things you can’t see in the dark.’
In het vertrouwd klinkende An Ear To The Chest wil zijn hart maar niet stoppen met sneller kloppen. The Joy Of Spring is een klein liedje dat precies brengt wat de titel belooft. En dan is er nog het fascinerende There’s A Poet In The Bushes, waarin een dichter met pen en papier in de aanslag ligt te wachten op inspiratie. ‘I am a poet, if I want the rose to bloom, the rose blooms.’ De roos is in volle bloei op het even vertrouwd als verrassend klinkende Out And About.