ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Geen wonder dat het venijn afspatte van debuutsingle (We Don’t Need This) Fascist Groove Thang. Het was, maart 1981, een ongemeen felle aanklacht tegen de door de Conservatieven omarmde Reaganomics, maar ook een poging om met een meer funky geluid (‘white-boy electro-funk’ verkocht als anti-rock & roll) onmiddellijk afstand van hun oude collega’s te nemen. Debuutalbum Penthouse And Pavement bleek geen groot commercieel succes, maar bevat, met name op de uit de Human League-tijd daterende B-kant van de plaat, een aantal sterke nummers: Let’s All Make A Bomb, The Height Of The Fighting en Geisha Boys And Temple Girls, waarin de invloed van synthesizerpionier Wendy Carlos het duidelijkst doorklinkt. Aangevuld met de 12-inches I’m Your Money en Are Everything is het een stijlvol tijdsdocument dat de jaren tachtig prima overleefd heeft. Meer vroege synthipop op de bonus-cd, die de eerste demo’s van BEF openbaar maakt. Sommige nummers belandden in iets gepolijster vorm op het Heaven 17-debuut, andere wierpen hun schaduw nog verder vooruit: naar wat later in warehouses in Detroit zou gebeuren. Zelf zouden Ware en Marsh en zanger Glenn Gregory met de van The Luxury Gap (1983) afkomstige eightieshits Let Me Go en vooral Temptation (nummer 2 in de UK) nog tweemaal pieken. Maar toen had Don’t You Want Me Baby al op 1 gestaan in de UK en de VS.