Vrij vertaald betekent de albumtitel ‘Wat kan wel?’. Yorick van Nordens plan om in droomstudio Abbey Road zijn derde soloalbum op te gaan nemen, viel in duigen. Dus werden het tien nieuwe liedjes. Persoonlijker, helaas ingegeven door nog veel slechter nieuws dan tijdelijke lockdowns. Denk aan erfelijke aandoeningen en het verwerken van het te vroeg afscheid nemen van zijn moeder.
Playing By Ear, dat geïmproviseerde plan B, werd ondanks – of wellicht juist dankzij – die nieuwe situatie en het vermogen van Van Norden cum laude te slagen voor de cursus ‘omgaan met teleurstellingen’ een ronduit glorieuze opvolger van zijn vorige, door OOR als ‘perfecte popplaat’ omschreven album The Jester. Er schuilt al heel lang een halve Beatle in deze songsmid uit Haarlem. Hij wilde ook niet voor niets naar dat ‘Mekka van Macca’ in Londen voor wat nu zijn vierde album moet gaan worden. Ook zit er in een van die hersenhelften van hem iets dat periodes uit de jaren zeventig aangenaam kleur gaf en iets dat naadloos in The Beach Boys had gepast. Hoe zou het nu al prachtige Maybe Tomorrow geklonken hebben als de inmiddels inactieve, bijna 80-jarige Van Dyke Parks zich in zijn hoogtijdagen als arrangeur over dit nummer had gebogen? We zullen het nooit weten, maar ook nu al is dit album een ware popparel. Een van de absolute hoogtepunten in de Nederlandse popmuziek van 2021.