ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Sinds zijn entree in 2004 behoort de Berlijner tot de top van de indie-dancescene, naast bevriende acts als Soulwax, Erol Alkan, Justice en SebastiAn. Hij remixte alles wat los en vast zit, draaide overal en nergens, bundelde twee jaar geleden een aantal van zijn bekendste clubtracks tot Oi Oi Oi en lijkt nu definitief klaar om de grote tent van de festivals af te breken. Die afspraak staat alvast voor 2010. Tot die tijd is er Power: een plaat als een op drift geraakte kudde olifanten. Lomp en zwaar. Dodelijk als je blijft staan. Starter, de eerste single, zet onmiddellijk de toon. Dit is Daft Punk zonder zwart muzikaal geweten, Justice zonder symfonische bombast, electro-techno zonder verantwoorde Detroit-echo’s. Dit is alles op tien en gaan. Transmission had die verantwoorde Detroit-track kunnen zijn, als de synths niet zo overstuurd en vals waren. Zo fucked up. Power is aggresief en baldadig en op de beste momenten even irritant als opzwepend, zoals Nerve en Sweet Light, met z’n afgekloven maar o zo brute acidlijn. ‘I am not techno’ proclameert een robotstemmetje in Nott, zo’n spijkerharde ravetrack dat Joey Beltram er al weken onrustig van slaapt. Boys Noize is, laat dat duidelijk zijn, de toekomst van de techno. Boys Noize krijgt de jongens aan het headbangen en de meisjes, die gaan maar even hun neus poederen.