ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Schaatsers zijn vaak ook goede wielrenners; ze gebruiken dezelfde spieren. Het moet de maker goedgedaan hebben. Sigmond moet iets van een workaholic in zich hebben. De elf – allemaal stevig gefundeerde – nieuwe tracks vol hogere gedachten, diepe dalen en machtige arrangementen zal hij tijdens de lange en zeer succesvolle, maar ongetwijfeld ook vermoeiende tournee na de release van Heavy Flowers (2012) geschreven hebben. De titel van de vorige plaat was een metafoor voor afscheid nemen, verval en aftakeling. De uitvoering van de songs op dat album wilde Sigmond in eerste instantie redelijk klein en sober houden, al is dat zeker niet in alle gevallen gelukt. Ditmaal lijkt hij het niet eens geprobeerd te hebben. Blaudzun pakt uit. En ook op dit op alle fronten zwaardere en donkerdere album gedraagt Sigmond zich opnieuw niet als een entertainer. De dood ligt overal op de loer, ook al hoef je de bijna stuk voor stuk meteen beklijvende songs – dankzij wonderschone melodieën en knap gearrangeerd spel van zijn voltallige band (en meer) – niet als zwart, beklemmend of bombastisch te ervaren. Dat is knap en gaat er ongetwijfeld voor zorgen dat dit ’s mans grootste succesplaat tot nu toe wordt. Ook het buitenland lonkt, al zullen daar de vergelijkingen met Sixteen Horsepower en Arcade Fire opnieuw niet van de lucht zijn. In Nederland hebben die er al voor gezorgd dat de band bij optredens de eigen pauzemuziek in de steevast uitverkochte clubs bepaalt. Om niet iedere dag songs van die artiesten te hoeven horen vlak voor hun show. WILLEM JONGENEELEN