Als men over Alessandro Cortini spreekt, wordt doorgaans vermeld dat hij in Nine Inch Nails speelt. Feitelijk is dat juist en in de regel zegt zo’n namedrop ook wel iets, maar in het geval van Cortini heb je vrij weinig aan die informatie. Zijn muziek en die van het moederschip verschillen als dag en nacht.
Persoonlijk heb ik NIN nooit echt kunnen waarderen, maar van Cortini ben ik fan. Zijn albums doen het buitengewoon goed als werkmuziek tijdens het schrijven en dat klinkt oneerbiediger dan ik het bedoel. In feite stapelt hij gewoon synths zoals zovelen, maar er zit een bepaalde beatloze puls in zijn werk die de luisteraar voortstuwt als een stevige rugwind. Op een of andere manier lukt het Cortini om met zijn klanken de hele ruimte te vullen. Zelfs de onnozelste consumentenboxjes klinken alsof ze van het duurste audiofielenmerk zijn. Het gevolg is dat je in een trance raakt – zo werkt het bij mij althans. Op Scuro Chiaro doet Cortini niets wat hij niet eerder deed en wat dat betreft is het misschien geen wereldschokkende plaat, maar van mij mag hij ze blijven maken. Zo vaak gebeurt het niet dat muziek dimensies blootlegt waarvan je het bestaan niet kon vermoeden.