Grappig dat metalcorebands als Architects en Parkway Drive de afgelopen jaren uitgroeiden tot stadionacts, terwijl bijvoorbeeld The Ghost Inside veel meer een band voor insiders bleef. En de band die in 2015 een verschrikkelijk ongeluk meemaakte met hun tourbus, waarbij de chauffeur om het leven kwam.
Het gekke is: alle ingrediënten voor superstardom zijn op dit zesde album aanwezig. Brute breakdowns, gitaargeweld gecombineerd met melodieuze ritmes en een zanger die gevaarlijk klinkt, maar tegelijkertijd teksten vol positivisme de wereld in strooit. Neem single Wash It Away, dat bijna een popliedje is. Frontman Jonathan Vigil is geen groot poëet – hij schudt als een earthquake en laat zich wassen door the pouring rain – maar lekker meezingbaar is het wel. Metalcore uit het boekje, maar wel met een overtuigingskracht die bij andere bands die poppy invloeden in hun stoeremannenmuziek toelaten – ik noem een A Day To Remember – ontbreken. Natuurlijk, je kunt ieder nummer zo uittekenen (al komt het stukje gevoelige zang soms aan het begin, soms in het midden en soms tegen het einde) en in bijvoorbeeld Secret wordt het wel erg Linkin Park allemaal, maar je gunt The Ghost Inside die definitieve doorbraak naar de mainstream, want daar is de band met nummers als Going Under en Death Grip echt wel naar op zoek.