ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Het genie Aphex Twin openbaart zich voor het eerst op Selected Ambient Works 85-92. In dertien lange en dromerige elektronische stukken, waarin de beat nog slechts een verre echo van de Detroit-techno en de Britse rave-muziek is, de sfeer eerder pastoraal dan euforisch, en de klank warm en nostalgisch maar evengoed donker en unheimisch, toont hij zich een bekwaam leerling van avant-gardisten als Karlheinz Stockhausen, Xenakis, Erik Satie, John Cage, Brian Eno en Tangerine Dream. Maar hij is ook een raver. Er zit gif in zijn muziek. Acid. Hallucinerende hoeveelheden tegelijk. Als knetterende oprispingen borrelen de acidbubbels omhoog, waar ze weer uiteenspatten. Weg. Het is muziek als uit een droom – en zo is de muziek ook tot hem gekomen, vertelt hij in interviews. Na de gemuteerde houseritmes en betoverende melodieën van Xtal, Pulsewidth, Green Calx, Heliosphan, We Are The Music Makers en Ptolemy zouden house en techno nooit meer dezelfde zijn. Elektronica was geboren – al noemden we het kortstondig ambienthouse. Noch hijzelf, noch zijn vele navolgers zouden Selected Ambient Works 85-92 overtreffen, al kwam Surfing On Sine Waves (1993, onder het pseudeoniem Polygon Window) dicht in de buurt.. Zijn geheim was zijn technische achtergrond. Richard D. James (1971) studeerde elektronica in Cornwall en Londen. Met weerstanden en een soldeerbout bouwde hij zelf de elektronische circuits voor zijn synthesizers en lapte hij oude apparaten op. Hij creëerde dus eigenhandig zijn geluiden. Zijn valse, vertraagde synths herken je uit duizenden. Overigens veranderde niet alles wat hij aanraakte in goud. De enige klassiekers op Classics (voor het eerst gebundeld in 1995) zijn Analogue Bubblebath 1 en Digeridoo, de rest is industriële beuktechno en eendimensionale staal-op-staal-abstracties, iets waaraan hij zich als AFX en Caustic Window ook regelmatig schuldig maakte. Rond de tijd van Classics zou hij overstappen op computersoftware en zich toeleggen op manische drill & bass en ‘braindance’, om pas weer met zijn Analord-serie uit 2005 terug te keren naar het analoge geluid van SAW1, de belangrijkste plaat van zijn (en mijn) generatie. KOEN POOLMAN