Het is soloprojecttijd in Animal Collective-land. Deze maand brengen zowel geluidsmagiƫr Geologist als Panda Bear (Noah Lennox) een album uit. Vooral die laatste heeft een reputatie hoog te houden, want met platen als Tomboy (2011) en Panda Bear Meets The Grim Reaper (2015) evenaarde hij het moederschip.
Lennox is solo verreweg het meest succesvolle bandlid, waarschijnlijk omdat hij het sterkste popgevoel heeft. Hij maakt er net als zijn band meestal wel een punt van om zijn liedjes, laten we zeggen, interessant aan te kleden. Experimenteel, gek, verrassend, u kent āt wel. Op zijn vorige reguliere soloplaat Buoys (2019) knelde dat in mijn beleving een beetje: over hele simpele akoestische liedjes werden zoveel mogelijk rare effecten heengegooid, wat het resultaat niet ten goede kwam. Deze keer houdt Lennox zich in en doet hij muzikaal al helemaal niet moeilijk. Op Sinister Grift staat vooral zonnige radiopop die je aan Californische stranden in de jaren zestig doet denken.
Oer-invloed Brian Wilson klinkt het hele album door in de sterke melodieĆ«n en zangkoortjes ā probeer tijdens Praise en Anywhere But Here The Beach Boys maar eens buiten je hoofd te houden. Dubreggae en vroege ska (die andere muzikale basis) hoor je terug in de luie ritmes en productie van 50MG en Ferry Lady. Pitchfork-hype Cindy Lee (Patrick Flegel) speelt wat gitaarakkoorden op de sterke single Defence. Dat had Lennox net zo goed zelf kunnen doen, maar dat we maar weten dat hij nog steeds bij de tijd is. Zoals de albumtitel al aangeeft, zit het gif in de teksten. Ze lijken te handelen over onprettige aanvaringen met mensen en zijn vrij recente relatiebreuk. Alleen in het vrij bloedstollende Elegy For Noah Lou neemt de duisternis de overhand. Sinister Grift is zoān plaat die je keihard opzet en meezingt als het kut gaat, terwijl je driftig nieuwe plannen maakt. Het is zeker niet het spannendste Panda Bear-album, maar hij zette nooit eerder zoveel pophits op een rij.