We leren J., de zanger, al snel kennen. Hij reist bruiloften af en schrijft liedjes voor de koppels. Dankbaar werk, zegt hij zelf, hij is een soort vroedvrouw die mensen een nieuwe levensfase in begeleidt.
Hij vertelt ons zijn werkwijze: in Speak To Me In Music zit hij aan tafel met het aanstaande bruidspaar, hij schrijft een liedje maar hij komt er niet uit, er ontbreekt iets van hemzelf. Iets wat hij vindt en wat leidt tot het schitterende Speak To Me In Music. Maar zijn relatie valt uit elkaar. Vriendin V. houdt van hem, anders neem je geen geluidsopnames van vertederend gesnurk op, maar ze is ook iemand anders en ze moet elders uitzoeken wie. Als J. haar achterna komt, breekt het lijntje.
De verhaallijnen wervelen door elkaar op Songs For Other People’s Weddings. Het werkt. Ten eerste omdat het verdomd lastig is de popgoudmijn die in een dik uur over je wordt uitgestrooid te weerstaan. Lekman is een begenadigd verteller en observant, die zijn universum van wrange romantiek moeiteloos open weet te stellen. De balans tussen fictie en persoon is fascinerend. Net zoals het personage lijkt ook Lekman te zoeken naar de juiste hoeveelheid zelf voor het liedje. De gelijknamige roman, die ook onderdeel is van het verhaal, zal de dans tussen de lagen ongetwijfeld nog verder uittdiepen. De plaat is in ieder geval een parel waarop liedjesschrijver Lekman net zo makkelijk met samples als met snaren uit de voeten kan. Een popplaat over de liefde – daar zouden ze er meer van moeten maken.