ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Beide ‘merken’ werkten eerder samen, ter promotie van de iPod, tien jaar geleden. Dat waren andere tijden. Steve Jobs stond aan het roer bij Apple, U2 zat in een dipje, terug op weg naar de top. How To Dismantle An Atomic Bomb (2004) was best een aardig album, maar het niveau van Achtung Baby (1991), de laatste relevante plaat van de Ieren, haalde het niet. En dan is er frontman Bono, die het imago van de band voor een groot deel heeft bepaald en dat nog steeds doet. Samenwerken met Apple lijkt vreemd, maar is het niet. Bono is – naast wereldverbeteraar – een rasopportunist, hunkerend naar aandacht. Zijn betrokkenheid komt voort uit een goed hart, is mijn overtuiging. Maar voor geld, macht en aandacht mag alles wijken. Apple en U2 samen, grootser wordt het niet. Over Songs Of Innocence – het album werd op 9 september gratis verspreid via iTunes en krijgt in oktober een fysieke release – denkt Bono vast ook zo: grootser wordt het niet. Om te beginnen is er de titel, die refereert aan een dichtbundel van de Britse romantische dichter William Blake. Songs Of Innocence is, in navolging van Blake’s gedichten, een terugkeer naar de (verloren) onschuld van de jeugd. Het booklet ziet er uit als een albumhoes uit pakweg 1980, mooi nostalgisch door het gebruikte typemachinefont en de smoezelige grijze kleurstelling. Openingstrack The Miracle (Of Joey Ramone), die ook live tijdens de Apple-keynote ten gehore werd gebracht, is een ode aan Ramones. ‘I woke up at the moment when the miracle occurred / Heard a song that made some sense out of the world’, klinkt het. En ja, je kunt het je voorstellen: de jonge Bono, The Edge, Adam Clayton en Larry Mullen Jr., samen luisterend naar muziek die hun leven zou veranderen. Dat gebeurde. Luister naar het fantastische album October (1981) en oordeel zelf. Alles dat October en debuut Boy (1980) nog steeds zo goed maken, ontbreekt op Songs Of Innocence. De ode aan Ramones klinkt glad, laf en bovenal ongeloofwaardig. Op de tien andere uitstapjes naar het verleden is het niet veel beter. De gemakzuchtige referenties aan New Order, de oude U2 (beide in Iris (Hold Me Close)), Tom Petty (Raised By Wolves) en The Clash (This Is Where You Can Reach Me Now) – om er een paar te noemen – zorgen voor schaamrood op de kaken. Zelden klonken odes zo plichtmatig en passieloos. Met dank aan de gladde, inwisselbare en karakterloze productie en mix van Danger Mouse, Paul Epworth, Ryan Tedder en Declan Gaffney. Hitpotentie? Zal best, maar het gebrek aan kracht en passie is stuitend. Dit is vorm zonder inhoud, muziek zonder ziel. Na het vorige album, vijf jaar geleden, vroeg Bono zich af of U2 er nog toe deed. Songs Of Innocence geeft overtuigend antwoord. THEO PLOEG