Ironisch dat de extreem-rechtse Richard Spencer uitgerekend net voor het uitkomen van Spirit Depeche Mode uitriep tot de lievelingsband van Alt-right. Het is namelijk de meest politieke plaat uit hun carrière geworden en het legendarische synthtrio staat bepaald niet aan Spencers kant. Dit veertiende album kwam tot . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Vooral het eerste gedeelte van Spirit bestaat grotendeels uit pamfletten vol sneren naar patriotic junkies en leiders met a caveman mentality. ‘Where’s the revolution? / Come on people, you’re letting me down’. Dat is een stuk minder subtiel dan het bedachtzame People Are People destijds. Spirit is een getergde plaat en dat maakt ‘m levensvatbaar. Muzikaal is Depeche Mode wel uitgeëvolueerd, daar verandert nieuwe producer James Ford (Simian Mobile Disco) weinig aan. Maar het donkere en gestripte geluid vol ronkende synths, bluesy gitaren en de niet kapot te krijgen stem van David Gahan blijft fraai. Wat hij doet in het desolate hoogtepunt Cover Me blijft onovertroffen. Ook het giftige Scum en het stemmige The Worst Crime zijn sterk, maar in Where’s The Revolution ligt de boodschap er te dik bovenop. De revolutie zal niet meer starten met Depeche Mode, maar de oprechte boosheid geeft Spirit een urgentie mee die bij tijdgenoten U2 al heel lang zoek is. Spencer zal er wel niet veel aan vinden.