In 1979 debuteerden de Amsterdamse Minny Pops met de single Kojak. Een jaar later deden ze als eerste Nederlandse band ooit een sessie bij John Peel. In Engeland werden ze ‘art-punk electro pioneers’ genoemd, in Nederland waren ze het vlaggenschip van de Ultra-beweging. In 1984 stonden ze voor het laatst in een opnamestudio, maar in 2012 kwam het collectief weer bij elkaar voor een serie concerten, waarbij voorman Wally van Middendorp in de Melkweg uitriep dat ze nooit meer in Nederland zouden optreden.
Nu is er, veertig jaar na hun laatste studioalbum, een plaat uit met nieuwe muziek, de eerste van een serie van vier albums die jaarlijks tot en met 2027 zullen uitkomen. Het is niet zo’n radicaal tijdsdocument als hun debuut. Gebleven zijn de muzikale monotonie en staccato vocalen van Van Middendorp. Op Last Train na lijkt de elektronica naar de achtergrond verdwenen ten faveure van een redelijk gevarieerd instrumentarium. Zo is in Dad Dog een trompet te horen en in Patty een saxofoon. Dit nummer is door de vele ‘Patty Patty’-herhalingen zelfs catchy.
Gitaren, vooral van Mark Ritsema (Spasmodique), hoor je overal. Stay Awake klinkt door de lome Iron Man-riff zelfs als Black Sabbath on acid. Kortom, Minny Pops zijn weer alive met dit intrigerende en avontuurlijke album, overigens gemaakt zonder kernlid Wim Dekker.
Wally van Middendorp was in 1978 tevens de oprichter van een van de eerste vaderlandse punklabels: Plurex. Tot in 1980 bracht hij – naast andere configuraties – elf 7-inch-singles uit, tegenwoordig dure collectors items. Deze zijn nu voor het eerst op één uitgave bijeengebracht (op een verzamelsingle na) op From Punk To Ultra – The Plurex Story.
Zo is goed de creatieve ontwikkeling van punk in Nederland te volgen. Van hard en snel (Filth, Mollesters) via poppunk (Ze Popes) naar experimenteel (Interior, Plus Instruments). Een noodzakelijke compilatie over een belangrijke periode uit de Nederlandse muziekgeschiedenis.