Blijf jij ditmaal maar op de gang staan, zei Thessa Torsing tegen haar drumcomputer. Terwijl de machine op voorgangers Zoom (2020) en Germ In A Population Of Buildings (2024) nog zo lekker mee stond te ratelen. Strange Meridians is het meest ingetogen werk van de Amsterdamse tot nu toe. Een album waarop kristalheldere melodieën stilletjes meanderen langs ijle synthwolkjes en dromerige arpeggio’s.
De natuur lijkt wederom een grote inspiratiebron voor Torsing te zijn geweest, getuige de organische structuur van haar wonderlijke composities. Een invalshoek die ze trouwens deelt met de Canadese stijlgenote RAMZi, al kijkt upsammy door een veel helderder bril. Want er klinkt flink wat hoop en vertrouwen door in de knisperknasper-melodieën, die titels dragen als als Edge Of Sleep, Aqualizing en Spiral Biting Is Tail. Het knappe aan Strange Meridians is bovenal de verbluffende doeltreffendheid van haar sobere composities. Alles is klein, knisperig en pietepeuterig op dit compacte album. Maar de impact is maximaal.