Wanneer een album meer is dan een verzameling liedjes, wanneer het een écht verhaal vertelt, zit ik altijd op het puntje van m’n stoel. Zeker hedendaagse punkbands vervallen nogal snel in clichés en zelfs als geoefende luisteraar heb je moeite al die bands uit elkaar te houden. Hoef je bij het Australische Trophy Eyes niet bang voor te zijn.
Frontman John Floreani trekt je namelijk vanaf de eerste seconde van dit vierde album zijn wereld in. Een wereld waarin de zanger zich ergens tussen hoop (de sunshine uit de titel) en vrees (juist, de suicide) bevindt. Opener Sydney is een bitterzoete liefdesverklaring aan de stad, Life In Slow Motion is vervolgens een mooie mijmering over het leven (‘Everything is temporary’) en Blue Eyed Boy een liefdevolle herinnering aan een dierbare vriend. Hoe dat klinkt? Als een meer punky versie van The Gaslight Anthem. Maar ook als een poppunkband met net dat beetje extra stijl. Het geeft zelfs een poppy track als What Hurts The Most genoeg body om niet generiek te worden. Komt ook door de uitstekende stem van Floreani, die van zingen naar fluisteren naar schreeuwen kan gaan in luttele seconden. Trophy Eyes speelt niet simpelweg hard rechtdoor, durft gewaagde keuzes te maken, maar verliest tegelijkertijd het punkgevoel nooit uit het oog. Een album dat met veertien nummers geen minuut te lang duurt.