In zijn jaren als twintiger luisterde Andrew Bird veel naar Amerikaanse jazzklassiekers. De wens er een aantal te coveren, bleef gedurende zijn inmiddels decennia omvattende carrière sluimeren. Sunday Morning Put-On is er het resultaat van. De Amerikaan heeft zich de nummers, die een coherent geheel vormen, eigen gemaakt. Geflankeerd door Ted Poor, die zorgt voor fluwelen drumwerk (hij laat zijn brushes het drumstel aaien alsof het zijn geliefde is), en Alan Hampton op contrabas.
Bird timet zijn zang minutieus en croont alsof hij nooit anders heeft gedaan. Zijn kenmerkende vioolspel werkt hier wonderwel en is het centrale muzikale punt in de liedjes. De bewerkingen zijn ingetogen en wat donker, met de neiging om het sec te houden. Birds zang geeft I Fall In Love Too Easily (Chet Baker) extra diepte en Cole Porters You’d Be So Nice To Come Home To, gedragen door Hamptons contrabas, wordt ontdaan van zijn oorspronkelijke swing en klinkt eerder licht mysterieus, net als Caravan (Duke Ellington) en I Didn’t Know What Time It Was (Richard Rodgers en Lorenz Hart). Het uitgesponnen slotnummer Ballon De Peut-être is een verfijnde instrumental van de hand van het trio, dat er lustig op los improviseert, met een fraaie bijrol voor gitarist Jeff Parker. Sunday Morning Put-On is een fijne, verrassende jazzplaat die organisch in Andrew Birds oeuvre past.