ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
De versie van Cab Calloway’s Minnie The Moocher is op het platte af. Dream A Little Dream, met Lily Allen, mag dan een kopie zijn van de uitvoering van The Mamas & The Papas, inclusief de naald die in de groef zakt, de magie van die versie blijft achterwege. Swing Supreme, een swingbewerking van Love Supreme, zal niet te veel moeite gekost hebben. En ook Soda Pop, met Michael Bublé, klinkt wel erg voor de hand liggend. Daartegenover staat een aantal prima nummers. Zoals het geestige Everbody Swings Both Ways, waarin Rufus Wainwright hem probeert de dansvloer op te slepen en hem plaagt: ‘Face it Robbie, you’re a little bit gay.’ Hilarisch is ook het Monty Python-achtige No One Likes A Fat Pop Star, waarin Williams weer alle branie van weleer ten toon spreidt. Shine My Shoes en Go Gentle zijn fraaie, zelfgeschreven stijlfiguurtjes. Prijsnummer is echter de countryklassieker Little Green Apples van Bobby Russell (ooit een hit voor O.C. Smith), hier uitgevoerd samen met Kelly Clarkson. Het is de natuurlijke opvolger van Somethin’ Stupid. Een prachtig sentimenteel hitje uit 1968 over jong vaderschap. Met de juiste videoclip een echte traantjespinker onder de kerstboom. JAN VAN DER PLAS