De oerknal van de popmuziek vond plaats op 9 februari 1964, de dag dat The Beatles de VS veroverden met hun eerste optreden in de Ed Sullivan Show. Natuurlijk, er waren meer markante momenten geweest, zoals Elvis bij diezelfde Sullivan en de dansende tieners in de bioscopen bij Bill Haley, maar de impact van het optreden van John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr was en is ongekend. Volgens de overlevering richtte de volgende dag half jong Amerika een band op.
Dat mag overdreven zijn, maar The Beatles luidden een culturele aardverschuiving in. Het geloofwaardig uitleggen of in beeld brengen van Beatlemania is voor iedere biograaf een uitdaging. De makers van de officiële films Anthology en Eight Days A Week worstelden er zichtbaar mee. Eind vorig jaar kreeg sterregisseur Martin Scorsese de kans. Tegelijk met zijn docu Beatles ’64 verscheen uiteraard een soundtrack met de studioversies van de songs in de film, van The Beatles maar ook van Chuck Berry, Little Richard, Barrett Strong en Smokey Robinson & The Miracles. Niks nieuws, wel mooi.
De compilatie benadrukt hoe groot de invloed van de zwarte muziek uit die jaren op The Beatles was. Voor het nostalgische gevoel is er de boxset The 1964 Albums In Mono, met de zes lp’s die tussen januari 1964 en maart 1965 op de Amerikaanse markt werden gebracht: Meet The Beatles!, Second Album, A Hard Day’s Night, Something New, Beatles ’65 en The Early Beatles. Platenbaas Dave Dexter oordeelde dat in de VS een andere samenstelling van de albums nodig was, deels om financiële redenen: meer dan twaalf liedjes op een lp kostte meer auteursrechten. Maar ook omdat hij meer nadruk wilde leggen op de energieke liedjes van de The Beatles. Sommige songs kregen ook een remix, waarbij hier en daar extra galm werd toegevoegd. Later maakte George Martin aparte mixen voor de Amerikaanse markt. Dexter heeft op de handelswijze veel kritiek gekregen.
Het opknippen van A Hard Day’s Night in twee albums is natuurlijk een doodzonde. Maar het draaien van de originele Amerikaanse mono-lp’s, in deze heruitgave minutieus gekopieerd, trekt het beeld wel recht. De fab four die de Amerikanen leerden kennen, waren een beetje anders, maar wel zo opwindend. De boxset wordt gecompleteerd door de dubbel-lp The Beatles Story, een vijftig minuten durende audiodocumentaire met interviews en stukjes uit persconferenties en het Hollywood Bowl-concert, aan elkaar gepraat door enkele radio-dj’s. In de canon stond het album te boek als een goedkope manier om een slaatje te slaan uit het succes van The Beatles, maar meer dan een halve eeuw later brengt het wel de gekte rond de band tot leven. Die was natuurlijk eenmalig, maar film, compilatie en boxset echoën de oerknal mooi na. En voeden het besef dat de wereld van nu zoiets ook goed kan gebruiken.