Al sinds het begin van de radio, in de jaren twintig van de vorige eeuw, traden artiesten live op in de studio. Pop- en rockbands deden vooral sessies in omroepstudio’s, zoals de fameuze John Peel Sessions. Eind jaren tachtig raakte de akoestische radiosessie in zwang, met als bekend voorbeeld de Twee Meter Sessies van Jan Douwe Kroeske. Sindsdien hebben de meeste grote bands wel een unplugged album in hun discografie.
Omdat frontman Phil Lynott al in 1986 overleed, was er van Thin Lizzy niet zo’n plaat. Tot nu. Voor de heruitgave van het album Vagabonds Of The Western World haalde producer Richard Whittaker vorig jaar de meersporenbanden uit de kast. Spelend achter de mengtafel ontstond het idee alsnog een akoestisch album te construeren. Als The Beatles het kunnen, waarom dan Thin Lizzy niet. Gitarist van het eerste uur Eric Bell nam nieuwe akoestische gitaarpartijen op en voegde die toe aan de zang, bas en sommige drumsporen van toen. Knip- en plakwerk waar je als fan iets van mag vinden, maar uiteindelijk draait het om het klinkend resultaat.
Dat overtuigt helaas niet overal. De toegevoegde akoestische gitaren in Mama Nature Said en Here I Go Again klinken geforceerd en het weëe A Song For While I’m Away is nu helemaal edelkitsch geworden. Ook Whiskey In The Jar doet je snakken naar het elektrische origineel. Daartegenover staan Eire, Dublin, Remembering Pt. 2 en vooral Slow Blues, waarvan de nieuwe arrangementen wel goed werken en kunnen doorgaan voor toevoegingen aan het oeuvre. Maar eerlijk is eerlijk, meer dan voetnoten zijn het niet.