Ambassade, het Amsterdamse trio rond multi-instrumentalist Pascal Pinkert, is zich aan het ontwikkelen tot een (inter)nationale publiekslieveling. Hun optredens zijn een sensatie, ze speelden al in Griekenland en Frankrijk en op zowel Lowlands als Grauzone. Inmiddels zijn ze verkast van het Amsterdamse label Knekelhuis naar het Schotse Optimo Music.
Om het nog internationaler te maken is het lidwoord ‘De’ voor hun naam vervallen en zingen ze sinds kort ook in het Engels. Als klap op de vuurpijl is er na vier jaar hun tweede album, The Fool, dat opent met donkere industriële geluiden, achteruit afgespeelde Cabaret Voltaire-achtige stemmen en tribale percussie. Dat zet de toon voor een plaat vol experiment en avontuur. Duistre Kamers (2019) stond vol Nederlandstalige darkwave, op de opvolger staan nauwelijks echte songs. Ieder nummer klinkt totaal anders. Er wordt geëxperimenteerd met teksten, songstructuren, samples, elektronica en afwijkende instrumenten als een cello. Het onheilspellende Bag Of Gold is opgebouwd rond een monotoon opgelezen tekst van en door John Cage. Later Met Je Beste Zelf is puur spoken word. De Dwaas is bijna modern klassiek, The Valley doet denken aan Einstürzende Neubauten en Vlees Bloed klinkt machinaal, met bizarre stemsamples (‘Ilonka dat meisje zonder hoofd’). Slechts een enkele track (Hé Romy) herinnert aan de ‘vorige’ Ambassade. De band heeft een enorme stap voorwaarts gezet en bewijst met The Fool dat experimentele muziek ook zonder commerciële concessies te doen bij een groter publiek kan aanslaan.