De aankondiging van het concert van Cola in het Rotterdamse Rotown was onbedoeld pijnlijk maar spot-on: ‘gecontroleerd’, ‘alles klopt en sluit naadloos aan’, overwogen ‘als een bouwtekening’. Ik moest mezelf inderdaad soms even op de wangen slaan bij het beluisteren van The Gloss, het tweede album van de Canadese postpunkers.
Waar is het verrassingselement, de bandeloosheid en de ongebreidelde experimenteerdrang van Tim Darcy’s eerdere groep Ought gebleven? Muziek waarbij elke track je ongevraagd en ruw meesleurde in een nieuwe, spannende richting, en Darcy zijn vocalen steeds opnieuw uitvond, royaal graaiend uit de betere retrotrog. Met markante nummers zoals Habit, waarbij de zanger als een drinkebroer zwalkend tegen de muren van het vocale spectrum botste, terwijl hij in het repetitieve Men For Miles – Mark E. Smith waardig – juist elke uithoek daarvan verkende? Het Ought dat mij bovendien voorstelde aan de verontwaardigde jangly gitaar (want ja, die bestaat dus). Sommige elementen troffen we nog wel aan op Cola’s debuut Deep In View (2022), maar op dit tweede album is daarvan nog amper sprake. Overdacht, gerijpt en altijd binnen de kaders, want nee, uit bochten vliegen doen de heren niet meer. De plaat groeit ontegenzeggelijk als je er vaker naar luistert. Ook zijn de – terecht in de mix naar voren geschoven – baslijnen zonder meer verrukkelijk. Maar al met al is de prik er wel uit.