The King is nogal een binnenkomer. Gewapend met weinig anders dan stemmen en gitaar kondigt een sinistere zaak zich aan: een tapijt van zenuwachtige stemmen wordt al snel overrompeld door een dreunende slag en vlijmscherp getokkel. ‘The Black Death is here’, zingt Anjimile, zijn stem zo mooi dat het ongemakkelijk is. ‘Een album vol vloeken’, zo meldt het bijgaand schrijven en dat dekt de lading heel aardig.
Giver Taker (2020) was een schitterend debuut vol introspectieve folkliedjes over identiteit, herstel en hoop, maar The King gaat over wanhoop en dreiging, over de verstikking van de jeugd, van familie, van trans-zijn. ‘My mother put her words down my throat, my mother took my air’, zingt hij in het wederom misleidend prachtige Anybody, dat zo uit de pen van Sufjan Stevens had kunnen vloeien. Daarover gesproken: de gelijkenissen tussen Anjimile en de folkversie van Sufjan zijn opvallend: twijfel en worsteling vervat in kleine liedjes, al wil Anjimile graag een tandje duisterder en statiger – Grae van Moses Sumney geldt ook als referentiepunt. ‘Take a look at what you’ve done / Only God could bear to hold you / Run!’ sist hij in Animal, ook al zo’n liedje dat geheel is opgebouwd uit gitaar en stem, maar toch een overweldigende hoeveelheid ruimte weet in te nemen: het knapste aan dit toch al uitzonderlijk knappe album.