‘Translated and adapted from an unfinished and unpublished poem written by my great-great-great-great-grandfather, the Archbishop Guillermo Guadalupe del Toledo.’ Met deze mondvol kondigt Car Seat Headrest z’n nieuwe album aan. Stoelriemen vast dus: Will Toledo en zijn vrienden zijn terug. Eindelijk, na een vijf jaar lange lijdensweg vol corona-gerelateerde ellende, komen de indie darlings uit Virginia weer eens met een studioplaat.
Voor het volledige achtergrondverhaal verwijs ik u graag door naar het internet, want een OOR-recensie mag maar zo’n 400 woorden lang zijn en ik heb ze allemaal keihard nodig. The Scholars is namelijk niet zomaar een album. Eerder een soort rockopera, inclusief drie aktes, meerdere personages en talloze Bijbelreferenties. Wat ook opvalt: de synthesizers en drummachines van voorganger Making A Door Less Open zijn bij het grofvuil gezet, samen met dat markante gasmasker waarachter Toledo zich een tijdje verstopte.
Terug naar good old gitaarrock dus, maar dan zonder die zweem van tienerangstzweet die de vroege Car Seat Headrest kenmerkte. De sound is opgeruimder en gepolijster, en minder urgent en compromisloos. Voor de teksten geldt eigenlijk hetzelfde. Toledo bezingt nog steeds het betere (queer) adolescentenleed, maar verstopt het nu achter verzonnen personages en (vrij dunne) verhaallijnen. En dat terwijl hij ooit juist al z’n misère recht in je gezicht uitschreeuwde, wat een van de beste indieplaten van de afgelopen tien jaar opleverde.
Nee, The Scholars kruipt niet onder je huid, daarvoor voelt het net wat te gekunsteld aan. Wel maakt het geregeld indruk van een afstandje. Vooral tijdens het tweede, complexere gedeelte van het album, gevuld met plotwendingen en terugkerende muzikale thema’s. Met als klapstuk Planet Desperation, een proggy epos dat twintig minuten lang moeiteloos blijft boeien. Misschien is het ook niet helemaal eerlijk om alle CSHR-albums langs de meetlat van het iconische Teens Of Denial te leggen. De band zelf doet dat in ieder geval niet. Die experimenteren er vrolijk op los, dolblij dat ze er weer zijn. Gelijk hebben ze.