ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Zo effectief werd de anarchistische vredesboodschap van Crass erin geramd, dat een middleclass tiener in Forenzendorp terstond kon veranderen in een RARA-sympathisant. Andere tijden. Twintig jaar later (en 32 jaar na de release van debuut The Feeding) worden de punkalbums van Crass door de band zelf op cd heruitgebracht, compleet met poster, helaas nu niet metersgroot. De hernieuwde kennismaking valt beter dan gedacht. Nee, het stelde muzikaal weinig voor (hakketakgitaren, militaire marsritmes, gescandeerde teksten), de politiek geladen tapecollages dateren de boel nadrukkelijk en de Johnny Rotten-achtige sneer van Steve Ignorant was bijna even irritant als het origineel, maar mijn god, wat hadden ze Gelijk! Ziedend was hun tirade tegen alles wat rechts en trouwens ook links was in het Groot-Brittannië van De Bom, Thatcher en The Clash, bij hun debuut nog het lichtend voorbeeld voor oprichters Ignorant en dichter Penny Rimbaud, maar ten tijde van Stations Of The Crass (1979) het mikpunt van spot. ‘They said that we were trash, well the name is Crass, not Clash / They can stuff their punk credentials, ‘cause it’s them that take the cash’, opende White Punks On Hope. Ja, zo furieus ging Crass tekeer dat ik destijds mijn als tiener gekoesterde Clash-platen heb verpatst. Weinig bands zullen zo’n zeggingskracht hebben gehad als Crass, al besef je later dat het dogmatisch gelul was. Het Crass-dogma was dat geen enkel dogma deugde. De vrijheid van het individu was het enige dat telde – een hippie-ideaal dat de al wat oudere Rimbaud op zijn boerderij in Essex in de praktijk bracht door een anarchistische leefgemeenschap te stichten. Over Crass zijn boeken vol geschreven, en die zijn waarschijnlijk een stuk onderhoudender dan de platen. Het debuut (uit 1978) raakt zeker nog wel een snaar, met even grimmige als aanstekelijke punksongs als General Bacardi en Banned From The Roxy, het Calimero-lied Do They Owe Us A Living? (‘Of course they fucking do!’) en natuurlijk de blasfemie van opener Asylum (‘Jesus died for his own sins, not mine’), de eerste in een lange reeks van provocaties en schandalen. Ook het nóg zwartgalligere Stations Of The Crass klinkt nog steeds gevaarlijk en geïnspireerd, als een soort geïmproviseerde punknoise vergelijkbaar met de eerste platen van onze eigen Ex. Vanaf Penis Envy (1981), waarop zangeressen Eve Libertine en Joy De Vivre de microfoon kregen om hun feminisme uit te dragen, kreeg de muziek steeds meer iets theatraals. Latere albums waren echt niet meer te teren. Als bonus krijg je bij deze klassieke trits de eerste demo’s, liveopnames, tapecollages en, meest relevant, op Stations Of The Crass een Peel-sessie uit maart 1979. Ze spelen dwars door John Peels aankondiging heen. Jeugdpuisten van een pacifistenkliek. Weemoed en woede vervullen mijn gemoed.