ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
The Last Resort ademt verlangen. Anders dan de, overigens niet onaardige, releases van James Holden en Nathan Fake blijft het werk van de Deense producer Anders Trentemøller niet op aarde. Integendeel, hij strekt benen en armen en probeert de sterren te raken. Of hij daarin slaagt? Natuurlijk niet letterlijk, maar gevoelsmatig komt hij heel ver. Dat maakt The Last Resort niet alleen tot een introverte, dromerige plaat. Door de onverschrokkenheid waarmee Trentemøller zijn zoektocht uitvoert, hangt er een ietwat ongemakkelijke sfeer over dit debuut. Alsof de Deen in vergelijking met zielsverwanten als Lindstrøm en Prins Thomas – ook al Scandinaviërs – méér zoekt dan alleen plezier en schoonheid. Nee, Trentemøller is een waarheidsvorser. En The Last Resort zijn voorlopige tijdsdocument. Fijn hoor, die filosofische duiding, zul je zeggen, maar hoe klínkt dat dan? Tja, das een lastige vraag. Stijlvast is Trentemøller namelijk niet. Techno, house, dub, jaren zeventig ambient (hallo Tangerine Dream) en dromerige popmuziek wisselen elkaar constant af en gooien ’t op een akkoordje. En altijd is er geknisper, uitwaaierende melodieën en een zacht (soms zelfs bijna niet hoorbaar) dwingend ritme. Het resultaat is zonder uitzondering prachtig. En geschikt voor de dansvloer. Tenminste, in Duitsland dansen ze er al op. Voor wie toch wat meer moeite heeft met vernieuwing dan onze Oosterburen is er de bijgevoegde cd met werk dat Trentemøller eerder uitbracht op Automatique en Pokerflat. Wie daar niet op kan dansen is een houten Klaas. THEO PLOEG