De Donots zijn al sinds 1993 een solide speler in de Europese punkrockwereld. De Duitsers maakten enkele prima feelgood-platen en behoren samen met Millencolin en – vooruit – De Heideroosjes tot Europa’s belangrijkste punkexportproducten . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Maar met de release van Coma Cameleon (2008) begint het verval. De Donots klinken uitgeblust en de felle punkrock van weleer is ingeruild voor poppy rock. Helaas keert The Long Way Home het tij niet. De band wil met zijn tijd meegaan, in de smaak vallen bij de poppunkliefhebber van nu. En kids houden van emo, toch? Daarom probeert Ingo Knollmann ineens te zingen als een twintigjarig broekie dat het leed van de wereld niet aankan. Maar het enige wat hij met die klagerige manier van zingen bereikt is een uitvergroting van zijn Duitse accent. In die Heimat maakt het ze allemaal niet uit: daar lijken de Donots nog altijd populairder te worden, speelt de groep op alle grote festivals en mogen ze met Green Day mee op toer. Misschien staat in hun contract dat ze alleen oud materiaal mogen spelen? Vooruit, laten we niet flauw doen: ook Dead Man Walking en Make Believe van dit album krijgen een plekje op de setlist.