ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Behalve dat het, om het eens eufemistisch te brengen, de houdbaarheid van het songmateriaal ten goede komt (waardoor je dus probleemloos wegkomt met één album per vijf jaar), schept het ook geen valse verwachtingen. Bij Johan weet je wat je krijgt. En dat is zelden minder dan briljant. Is ‘t weer zover? Yep. Met THX JHN denderen De Greeuw en zijn mannen – gitarist Maarten Kooijman, bassist Diets Dijkstra en Excelsiors huisdrummer Jeroen Kleijn – opnieuw met speels gemak, of nee, met achteloze superioriteit over vrijwel elk bandje heen dat vandaag de dag pretendeert well-crafted pop te fabriceren. Johan regeert, laten we dat niet vergeten, zelfs al kwam THX JHN net zo moeizaam en traag tot stand als het voorgaande meesterwerk (Pergola uit 2001) en moest de met depressies worstelende De Greeuw andermaal door diepe dalen om aan zijn eigen, torenhoge standaard te kunnen voldoen. And it shows: de meeste teksten op THX JHN (een wonderlijke titel, die klinkt als een afscheid) verraden vertwijfeling, afzondering en een hang naar ‘vroeger, toen alles beter was.’ Maar een treurige plaat is het nergens. En onbewolkte liefdesliedjes staan er ook gewoon op. Zoals gezegd, heel veel progressie ten opzichte van Pergola of zelfs het titelloze debuut uit 1996 biedt THX JHN niet. De elf songs zigzaggen qua geluid, melodie en structuur weer smaakvol tussen R.E.M., Byrds, Beatles, Posies, Guided By Voices en Crowded House (nee, je ontkomt écht niet aan die referenties), zitten in no-time voorgoed in je achterhoofd verankerd – She’s Got A Way With Men als eerste – en doen je voor de rest alleen maar van pure opwinding en bewondering naar adem happen. Eerder dit jaar gebruikte een collega in deze rubriek, niet toevallig naar aanleiding van een andere Excelsior-release, de slotzin ‘ik moet nog zien of er in 2006 een mooiere cd in Nederland gemaakt zal worden.’ En kijk nu toch eens. ERIK VAN DEN BERG