Paul St. Hilaire, geboren in de Domicaanse Republiek maar al een kleine dertig jaar wonend in Berlijn, heeft zijn artiestennaam weer terug – soort van. Hij opereerde eerst onder de naam Tikiman, tot een gerechtelijke procedure daar een eind aan maakte. Nu heeft hij die naam weer teruggeclaimd, zij het als albumtitel.
St. Hilaire is bekend als De Stem van de dubtechno, vooral door zijn pionierswerk met het duo Moritz Von Oswald en Mark Ernestus (Basic Channel, Rhythm & Sound, de Round-reeks), maar leende zijn heerlijk slepende zang ook uit aan acts als Deadbeat, The Bug, Rhauder en Stereotyp. Na twee meer rootsy albums in de jaren nul is dit grotendeels zelfgeproduceerde project een aanwinst voor het genre. Vooral opener Bedroom In My Bag – beginselverklaring van een artistieke vagebond – doet heel fraai de hoogtijdagen van Rhythm & Sound herleven (we missen hen). Ook elders duiden die diepe dubby structuren op, traag doch dwingend stuwende riddims, bedwelmende effecten, een stem die je in een paar regels tot een diepere staat van stoned-zijn kan brengen. In Fortis lijkt een bedrieglijk gemakkelijk instrumentaaltje, tot er zeer vervormde stemmen in hallucinerende flarden binnen komen drijven. Hoe vaker je ‘m draait, hoe dieper je wordt meegezogen.