ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Gemini (een referentie naar de broederband?) opent karakteristiek als herkenningsmelodie uit de jaren zeventig; halverwege track twee, Reach For The Dead, drukt de ijzige BoC-beat, een combinatie van rollende en clickende geluidjes, zijn watermerk in het valse synthgeluid – nog zo’n trademark – en dan weet je: spoedig zal er een regenboog aan de hemel verschijnen. Jacquard Causeway, het vierde en langste nummer, is zo’n magisch moment, als verschillende keyboardmotiefjes langzaam versmelten tot een kaal stukje minimal music dat je de diepte in zuigt. Pas daarna, in Telepath, duiken de stemmetjes op. ‘Testing 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10.’ Het is, met duivelse stemvervorming, inderdaad en hoera, Boards Of Canada by numbers (wat Beelzebub ditmaal te vertellen heeft zullen we weten zodra de fanatiekste fans Split Your Infinities achterstevoren hebben gedraaid). Cold Earth is vervolgens net zo’n zinsbegoochelende rit als Left Side Drive van de laatste EP Trans Canada Highway (2006) met, op basis van deze eerste rondjes, de mooiste vergezichten. Sick Times, Palace Posy (met zowaar iets van een refrein vergelijkbaar met ‘1969 in the sunshine’), Nothing Is Real en New Seeds zijn de andere meteen pakkende, meer ritmische tracks. Luister vooral hoe het synththema van New Seeds na vier minuten opengebroken wordt, als de zon die door het wolkendek breekt, zo gracieus. Het is het laatste licht voordat we de tunnel ingaan. Met Come To Dust (een verwijzing naar Shakespeare’s Cymbeline?) en het langzaam afstervende Semena Mertvykh (Russisch voor Seeds Of The Dead) eindigt Tomorrow’s Harvest net als The Campfire Headphase in mineur, bij De Dood, toch al het leitmotif van deze plaat, zo lijkt het. En zo blijft er weer genoeg te gissen over na dit zeldzame teken van leven van de meest enigmatische band van de laatste twintig jaar. KOEN POOLMAN