Djurre de Haan brengt al twintig jaar muziek uit en verdient daar een groter publiek mee dan hij tot op heden heeft gekregen. De tweede helft van zijn carrière richtte hij zich vooral op het componeren van liedjes voor film, kinder-tv en -theater, waarvan het onder zijn eigen naam uitgebrachte Monsters En Freaks – Indiepop Voor Beginners (2021) een staalkaart was. De Haan neemt de tijd en laat zijn liedjes rijpen als goede wijn. Unalaska is zijn langverwachte vierde plaat onder de noemer Awkward I.
Hij giet de melancholie – die verweven zit in zijn hese zang en kalme, heldere akoestische gitaarspel – in alsmaar geraffineerdere folkachtige liedjes. Die klinken soms Beatlesque (Buy A Vowel, Chilly Walks Home), dan weer leunen ze tegen seventies-folkpop (Coming Up Shorts). De arrangementen zijn soberder dan op voorganger KYD (2018), maar met zijn soundtrack-ervaring weet hij met minimale middelen maximaal effect te sorteren. Dat doet hij met sprookjesachtige synths in One Time Only, een verfijnde piano in het refrein van After The Water en fraaie meerstemmige zang in Omaha. Naderend onheil, de dood die op de loer ligt en vergankelijkheid zijn het onderwerp in Apocalypse, 911 en Terminal Train. Warme, troostrijke melodieën en een tekstuele knipoog houden de zwaarmoedigheid buiten de deur. Unalaska is een fantasievolle ode aan het soms zo fragiele maar mooie leven. Een juweel van een plaat.