Het is een kunst om je werkwijze nooit hoorbaar te veranderen, maar elke volgende plaat toch steeds nieuw en fris te laten klinken. Aldous Harding verstaat die. De Nieuw-Zeelandse zocht op haar vierde album Warm Chris opnieuw de samenwerking met producer John Parish.
Wederom verkent Harding het evenwicht tussen lichtheid en donkerte en alle schakeringen daartussen. Het spel tussen het ongrijpbare en het verleidelijke zou je gerust haar handelsmerk kunnen noemen. Ze heeft weinig nodig om haar tekstueel enigmatische liedjes rijk te laten klinken. De arrangementen zijn sober en ze varieert haar zang per nummer. Met onweerstaanbare melodieën lokt Harding je haar liedjes in, die het midden houden tussen jarenzeventigfolk en Franse yé-yé uit de jaren zestig. Tick Tock is een heerlijk zomers liedje, met eenzelfde Frans tintje dat ook Fever heeft, met subtiele tamboerijn en saxofoon, maar waarin de onderkoelde bas de show steelt. De akoestische gitaar vormt de basis voor het mooi klein gehouden titelnummer, vol weemoedige arpeggio’s. In She’ll Be Coming Round The Mountain leggen banjo en trompetten subtiele accenten, Passion Babe heeft een fraaie, jazzy pianosolo en ook in het opgeruimde Lawn is er een fijn dartel pianomotiefje. In uitsmijter Leathery Whip is de hese tweede stem van Sleaford Mods’ Jason Williamson een prachtige aanvulling op Hardings zang. Een pareltje, deze plaat.