We zijn pas een paar seconden bezig als PUP-frontman Stefan Babcock ons toebijt: ‘I don’t need hope / It’s killing me.’ Heerlijk! Sowieso is opener No Hope zo’n lekker kort, vuig punknummer waar de Canadezen patent op hebben. Tweede track Olive Garden is nog beter: lekkere tempowisseling in het midden en perfect abrupt einde.
Eigenlijk zijn alle twaalf nummers op dit vijfde PUP-album dik in orde. Get Dumber met vriend Jeff Rosenstock is een meezinger, Hunger For Death een vreemd soort rustpuntje vol gitaargepiel en in single Paranoid probeert PUP ineens een breakdown. Die nog werkt ook. Who Will Look After The Dogs? is bovenal een reflectie van Babcock op de relaties in zijn leven. Het resulteert in een plaat vol depressieve teksten die toch vrolijk klinken. Inderdaad: het handelsmerk van het viertal.
Dat komt het meest naar boven in Hallways, het meest dramatische nummer van het album en muzikaal een van de minst interessante, maar tekstueel een pareltje: ‘Cause when one door closes, it might never open / There might be no other doors’. En ook: ‘But I can’t die yеt ‘cause who will look after the dog?’ Eerlijk is eerlijk, bij de laatste drie nummers zakt het in en sowieso is het een beetje veel van hetzelfde, maar Who Will Look After The Dogs? is gewoon een lekkere punkplaat. Niet moeilijker maken dan het is.