Drie leden van indiepopkwartet Slow Pulp uit Chicago musiceren al samen sinds de basisschool in Wisconsin. Emily Massey schoof ‘pas’ aan op de middelbare school, in eerste instantie tijdelijk en enkel voor gitaar en achtergrondzang. Het was al snel duidelijk dat Massey – die opgroeide in een muzikaal gezin – niet alleen een blijvertje was, maar ook de leadzang op zich zou nemen.
Saillant detail: het pre-Massey-materiaal is sindsdien nergens meer te beluisteren. In 2019 verscheen de EP Big Day en na debuutalbum Moveys (2020) – volgens NME een ‘stunning debut’ – is er nu dus Yard. Hoewel de bandleden piepjong zijn, klinkt hun intieme lo-fi-muziek verbluffend doorleefd en volwassen. De sfeer van Yard is vooral laidback, alsof de doorwrochte tracks en dito teksten hen zonder enige inspanning zijn komen aanwaaien. Enkele nummers, waaronder Doubt en MUD, hebben wat meer bite, maar de beheerste stem van Massey houdt alles steeds binnen een zekere bandbreedte. Cramps is in dat opzicht een welkome uitzondering, waarbij haar stem af en toe wel even in het rood uitslaat. Hoewel bij veel dreampopbandjes het gevaar van een uniforme fuzzbrij op de loer ligt, geeft Slow Pulp elke track een volstrekt eigen signatuur. Titelsong Yard, met z’n sereen repetitieve piano, is in al zijn eenvoud het allermooist.