Wanneer iemand onverwachts sterft, blijven we zoeken naar tekenen, aanwijzingen en andere boodschappen. Het is nooit genoeg. We houden vast aan de dode, omdat we niet klaar zijn om hem of haar los te laten. Bedrijven met winstoogmerk, zoals platenlabels, maken dankbaar gebruik van dit menselijke proces: jaar in jaar . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Natuurlijk is het schitterend om er weer eens aan te worden herinnerd hoe geweldig de legendarische zanger kon klinken. De manier waarop hij zich hier Bob Dylans Just Like A Woman eigen maakt is fabuleus. Die hemelse stem, louter begeleid door een spaarzaam gitaartje. Er zijn honderdkoppige orkesten die minder schoonheid produceren. Maar hoe mooi en subliem (qua geluidskwaliteit) deze versie ook mag zijn, de cover kenden we al van een postuum uitgebracht livealbum. Ook Smiths-cover I Know It’s Over, een vroege versie van prijsnummer Grace en Dream Of You And I zijn slechts halfnieuw. Laatstgenoemde track wordt gepresenteerd als ‘brand-new recording’, maar is niet eens een echt liedje. Het is een geluidsopname die Buckley heeft gemaakt om een gedroomd idee voor een song niet te vergeten. De verder uitgewerkte versie op Sketches For My Sweetheart The Drunk toont aan dat dit kladje echt overbodig is. Tussen het materiaal dat wél nieuw genoemd kan worden, zitten vervolgens de covers die het meest onaf en ongeïnspireerd klinken. Een saaie versie van The Boy With The Thorn In His Side bijvoorbeeld, waarin Buckley een stuk minder lekker jodelt dan Morrissey. Ook de interpretaties van Everyday People (Sly & The Family Stone) en Night Flight (Led Zeppelin) hadden gerust in de kast kunnen blijven liggen en laten hoogstens blijken wat een gevarieerde smaak de zanger had. Het matige aanbod op You And I stilt de trek in nieuw Buckley-materiaal totaal niet. De plaat stemt vooral droevig. Blijkbaar was de bodem allang bereikt en heeft uitlepelen echt geen zin meer.