Er zijn meer dan dertig films over, van en met Bob Dylan. Hij wordt daarin niet alleen opgevoerd als artiest of personage, maar acteerde en regisseerde zelf ook. Een selectie.
A Complete Unknown is niet de eerste speelfilm die is gebaseerd op Bob Dylan en diens carrière. I’m Not There (2007) van regisseur Todd Haynes – die eerder een film had gemaakt over een fictieve glamrocker, Velvet Goldmine (1998) – is een psychologiserend portret, waarin Dylan wordt vertolkt door vijf acteurs en een actrice. De film biedt een reeks non-lineair gemonteerde vignetten. En opent met Dylan op een motor.
Marcus Carl Franklin, Ben Whishaw, Heath Ledger, Christian Bale, Richard Gere en Cate Blanchett spelen zes incarnaties of alter ego’s van Dylan. Ze vertegenwoordigen een deelaspect van diens loopbaan, facetten van zijn karakter. Hun teksten komen uit interviews met Dylan en diens songs.
Marcus Carl Franklin is Woody (Guthrie), de zwerver met gitaar. Richard Gere is Billy (The Kid), de outlaw. Christian Bale is de politiek bevlogen folkzanger Jack Rollins, die Jezus vindt en prediker wordt. Cate Blanchett is Jude Quinn, de Dylan van midden jaren zestig met zonnebril en getoupeerd haar, belaagd door de media. Heath Ledger is Robbie Clark, een acteur die Dylan speelt in diens biopic.
Ben Whishaw is Arthur (Rimbaud), de romantische dichter en cynicus. Hij benadert Dylan het dichtst. De vierde van zijn zeven regels hoe je te verschuilen: ‘Geef nooit je echte naam.’ Bob Dylan is het pseudoniem van Robert Zimmerman. Die gaf regisseur Haynes toestemming om zijn muziek te gebruiken voor de filmsoundtrack. Het soundtrackalbum bevat juist alleen coverversies, typerend voor hoe de film speelt met fictie.
I’m Not There gaat verder waar A Complete Unknown ophoudt.
Acteur
In 1973 debuteert Bob Dylan – op het filmdoek althans – als acteur. Zijn meest recente plaat is drie jaar daarvoor verschenen en sinds het concert voor Bangladesh heeft hij niet meer opgetreden. In de western Pat Garrett And Billy The Kid van Sam Peckinpah speelt hij Alias. ‘Alias what?’ ‘Alias anything you please.’ Het is de middelste naam van Bob Dylan.
In Hearts On Fire speelt Dylan de voormalige rockster Billy Parker, die een teruggetrokken bestaan leeft. Een jeugdige protégé laat hem vallen wanneer ze met Parker op tournee is en een jongere muzikant ontmoet. Hearts On Fire (1987) is de laatste film van de Engelsman Richard Marquand. Geen waardig afscheid van een solide regisseur.
In Masked And Anonymous (Larry Charles, 2003) draait Bob Dylan mee in een carrousel van steracteurs. Tegen een achtergrond van revolutie en geweld komt zanger Jack Fate uit retraite voor een live-tv-benefietconcert. Bruce Springsteen en Paul McCartney zijn niet beschikbaar, voor Fate de kans zijn reputatie te repareren. De film toont een cynische blik op muziekindustrie, media en mensheid.
Dylan schreef mee aan het script en we horen hem als zanger en voice-over. ‘Hoe krijg je rocksterren zo ver om op tv op te treden? Je geeft ze een onderscheiding of een goede zaak.’ Galgenhumor en een aantal performances van Dylan, begeleid door Twist Of Fate, met gitarist Charlie Sexton. Jack Fate/Bob Dylan: ‘Mijn moeder kan van niemand houden, niet eens van zichzelf. Voor haar was ik het symbool van alles wat er fout was aan haar leven.’ Voer voor fans.
Regisseur
Bob Dylan monteerde Eat The Document (1972) uit het materiaal dat D.A. Pennebaker schoot tijdens Dylans roemruchte Engelse tournee van 1966. De film was bedoeld als vervolg op Pennebakers gevierde documentaire Don’t Look Back, maar werd ongeschikt geacht voor vertoning op tv, zoals bedoeld. Sindsdien duikt de film sporadisch op tijdens speciale voorstellingen. In The Village Voice van 14 december 1972 noemt Stuart Byron de film ‘een eerbiedwaardige poging’. Martin Scorsese deed er zijn voordeel mee (zie documentaires).
De groep muzikanten waarmee Bob Dylan in 1975 rondtrok als de Rolling Thunder Revue werd vergezeld door een cameraploeg. Uit het beeldmateriaal stelde Dylan een soort van speelfilm samen. Het bijna vier uur durende Renaldo And Clara is een bricolage van documentaire, concertfilm en surrealistische scènes zonder script. Wellicht zijn regie en montage niet Dylans grootste talent.
Documentaires
Als Dylan in het voorjaar van 1965 Engeland voor optredens bezoekt, zit hij midden in zijn overgang van akoestisch naar elektrisch. Documentairemaker D.A. Pennebaker filmde de zanger drie weken lang voor, achter, naast en buiten het podium en stelde uit het materiaal de eerste serieuze rockdocumentaire samen, Don’t Look Back (1967). Met de fameuze 2 minuten en 21 seconden van Subterranean Homesick Blues, de eerste clip.
Voor de reeks American Masters van PBS, het publieke televisiestation in de VS, maakte Martin Scorsese een portret van Bob Dylan. No Direction Home werd uitgezonden op 26 september 2005 en verscheen kort daarop als (dubbel-)dvd. De documentaire bestrijkt dezelfde periode als de speelfilm A Complete Unknown: 1961-1966. Niet-ingewijden beginnen hier.
Wat Bob Dylan met Renaldo And Clara niet lukte, ging Martin Scorsese beter af. In 2019 stelde hij uit het beeldmateriaal van de Rolling Thunder Revue de documentaire Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story By Martin Scorsese samen. Fascinerend, niet alleen voor fans: Dylan als de rattenvanger van Hamelen.
Joel Gilbert maakte Bob Dylan 1975-1981: Rolling Thunder And The Gospel Years (2006). Dylans periode als bekeerde zanger is eveneens het onderwerp van Inside Bob Dylan’s Jesus Years (Joel Gilbert, 2008). Als Dylan 70 wordt, tekent Gilbert voor Bob Dylan Revealed (2011), inclusief interviews met prominenten uit Dylans leven als Jack Elliott en Hurricane Carter.
Concertfilms
Bob Dylan is te zien en te horen in verschillende concertfilms. George Harrison organiseerde in 1971 het eerste benefiet rockconcert, verfilmd – en op driedubbelalbum verschenen – als The Concert For Bangladesh (Saul Swimmer, 1972). Op het affiche: George Harrison en diens vrienden Eric Clapton, Ravi Shankar en Bob Dylan, met Leon Russell als muzikaal regisseur.
Martin Scorsese filmde op 25 november 1976 in de Winterland Ballroom in San Francisco het afscheidsconcert van The Band, de voormalige begeleidingsgroep van Bob Dylan. Die stond ook op het toneel, evenals Joni Mitchell, Van Morrison, Neil Young en vele anderen. The Last Waltz kwam in 1978 uit als film en driedubbelalbum.
Medio jaren tachtig dreigde Dylan artistiek te stranden en net als David Bowie trok hij zich uit het moeras door aan te haken bij een band. Hard To Handle (Gillian Armstrong, 1986) vangt Bob Dylan, begeleid door Tom Petty & The Heartbreakers, live in Australië. Speciaal interessant voor Nederlandse fans, want de tournee sloeg de Lage Landen destijds over.
Op 16 oktober 1992 verzamelde zich in New York een exquise gezelschap muzikanten om te vieren dat Bob Dylan dertig jaar platen had gemaakt (hoe verzin je het). Op het podium van de Madison Square Garden onder meer John Mellencamp, Willie Nelson, Lou Reed, Stevie Wonder, Johnny Winter, Chrissie Hynde en de getrouwen George Harrison, Eric Clapton en Neil Young. Dylan sloot af met Girl Of The North Country. Het leverde de tv-special Bob Dylan: The 30th Anniversary Concert Celebration op, nadien verschenen als dubbel-dvd/blu-ray en drie vinylschijven, alsook twee cd’s.
De Newport Folk Festivals van 1963 tot 1966 zijn gedocumenteerd in Festival (1967) van de Amerikaanse regisseur Murray Lerner (die ook het Isle Of Wight-festival van 1970 op film vastlegde). Daarin beelden van onder meer Bob Dylan, Joan Baez, Peter, Paul & Mary, The Staple Singers en Johnny Cash. De bijdragen van Dylan zijn verzameld in The Other Side Of The Mirror (2007): we zien hem transformeren van folkie tot rocker. Festival heeft gediend als bron voor A Complete Unknown.
Greenwich Village
De folkscene en de bohemiens van Greenwich Village begin jaren zestig, het milieu waarin Bob Dylan in januari 1961 arriveerde, is het onderwerp van Bob Dylan’s New York (Kevin Phillips, 2008). De documentaire is helaas niet verkrijgbaar als dvd/blu-ray.
Wie niettemin nieuwsgierig is naar de wereld waarin Bob Dylan zijn loopbaan begon, kan terecht bij Inside Llewyn Davis (2013) van de Coen Brothers. Het fictieve titelpersonage is een ambitieuze folkzanger, die door botte pech en een grote mond nergens komt. De sfeer van New York anno 1961 en de attitude van de artistiek angehauchte bohemiens en linkse intellectuelen die de folkclubs van Bleecker Street bevolken, zijn raak getroffen. Wanneer aan het slot van de film het doek voor Llewyn Davis valt, zien we achter zijn rug een anonieme Dylan aantreden.
Waar Inside Llewyn Davis stopt, begint A Complete Unknown.