Het verhaal van de Wilson broers, hun neef en hun schoolvriend is een Amerikaanse sage van brille, ruzie en gekte, maar de gezandstraalde documentaire The Beach Boys maakt er een familiesprookje van.
Michael Ochs Archives/Walt Disney Studios
In 1959 werd Hawaii de vijftigste staat van de Verenigde Staten, surfen was er de nationale sport. Twee jaar later draaide Blue Hawaii van Elvis Presley in de Amerikaanse cinema’s, het filmaffiche toonde een enorme surfplank. Diezelfde zomer initieerde Let’s Go Trippin’Â van Dick Dale een golf van ruige instrumentale gitaarmuziek, surfrock. En in november 1961 verscheen op een Californisch label Surfin’, de debuutsingle van de Beach Boys.
Het Amerika van president John F. Kennedy had begin jaren zestig de glans van het beloofde consumentenparadijs en met zijn surfcultuur symboliseerde Zuid-Californië een bestaan van zon, zee en zorgeloze seks, ook voor Amerikanen. Zelfs de politiek bewuste folkies in New York droomden van Californië en menigeen verkaste naar de westkust. In die beeldvorming speelden de Beach Boys een sleutelrol.
Gladgestreken mythe
De documentaire The Beach Boys is net zo saai als zijn titel. Regisseurs Frank Marshall en Thom Zimny zijn ervaren krachten; de eerste maakte documentaires over de Bee Gees en Carole King, de laatste is lijfregisseur van Bruce Springsteen. Aan hun kundigheid kan het niet liggen dat de film het bekende verhaal inkleurt met archiefbeeld en gratuite interviews met grijze koppen. De liefhebber – en dat zijn er vele – wordt er weinig wijzer van. Alle controverse en dispuut is vakkundig gladgestreken, alleen de mythe telt.
Distributeur Disney richt zich op familievermaak en daar passen geen zaken als verslaving, depressie en dood bij. Daarom is het in The Beach Boys zoeken naar de meer morbide kanten van hun verhaal: de lijfstraffen die vader (en eerste manager) Murry Wilson aan zijn zoons uitdeelde, de mentale neergang van Brian Wilson, de frustratie van Mike Love en diens rechtszaken – er wordt terloops naar gehint. Dat Dennis Wilson (in 1983 verdronken) en Carl Wilson (in 1998 gesloopt door kanker) niet meer leven, leert de aftiteling.
Nostalgie act
The Beach Boys stipt zonder verdere verdieping de hooflijnen aan: het eerste succes als fris gewassen en keurig geknipte all american boys, Brian Wilsons passie voor Phil Spector, de creatieve rivaliteit met The Beatles, de neergang in populariteit na de psychedelische revolutie, het onverwachte succes van het Endless Summer verzamelalbum van hun sixties hits en de latere jaren als ultieme nostalgie act.
De film bevestigt de stereotypen en laat veel onbelicht. Wel Good Vibrations, maar niet Heroes and Villains. Wel Pet Sounds, maar niet Sunflower en Surf’s Up, albums die een vergelijkbare status verdienen. De verrassingshit Kokomo uit 1988 ontbreekt geheel, evenals het verdienstelijke laatste album That’s Why God Made The Radio uit 2012. Zoals eigenlijk alles na de gloriejaren – de fase met Blondie Chaplin en Ricky Fataar, de opname van Holland in Baambrugge, de creatieve opleving van Beach Boys Love You – wordt weggewuifd. Het past niet in de mythe.
Marketing insteek
Het frame van The Beach Boys is de groep van de Wilson broers als poster boys van een gedroomd Amerika, representanten van een fantasiewereld. Dat is een marketing insteek, geen journalistieke aanpak. Het is wellicht typerend voor de staat van cultuur anno 2024: die wordt aan de man/vrouw/het gebracht als lifestyle, niet als expressie van emotie, terwijl communicatie is versmald tot marketing. De ironie is dat de Beach Boys de omgekeerde weg aflegden, van lifestyle naar cultuur, van surfsoundtrack naar tienersymfonieën.
Dit portret toont een onmogelijk beeld: een zonovergoten tafereel zonder schaduw. Het is een subtiel gemanipuleerd, oneffenheden zijn weg gefilterd, ironie vermeden en controverse gecensureerd. Het resultaat is braaf en bevestigend, een fletse weergave van wat spannend, irritant, uitdagend, frustrerend en bij vlagen magisch moet zijn geweest. The Beach Boys is de Beach Boys voor dummies.
Het is ook niet mogelijk om een zo’n rijke loopbaan in twee uur fatsoenlijk weer te geven. The Beach Boys is zeker niet het laatste woord over de groep. Die verdient een docu-serie à la The Beatles Anthology.
The Beach Boys is te zien via Disney+.