Al jarenlang een traditie voor de diepe graver, de ingelezen ontdekker en de betrokken liefhebber: Le Guess Who?. Dit jaar pronkt het motto Celebrate Change op de deurmat van het festival in Utrecht, en we zien meteen beide kanten van de medaille. Al bij de start dreigen de ontwikkelingen omtrent COVID-19 een festival dat altijd met beide benen in de maatschappij staat in te halen, en kan dat motto dit jaar wel eens een bittere pil blijken. Veel bezoekers en organisatoren rekenen dan al langzaam op een half festival of een veel kleinere editie. Maar een open blik, veranderlijkheid en veerkracht worden niet alleen in het programma centraal gesteld; ook de organisatie verrast elke muziekminnende ziel met een ongekende wilskracht, flexibiliteit en de beste festivalervaring die je je in zo’n warrig weekend kan wensen. We vatten vier spannende dagen vol verrassingen voor je samen in 10 memorabele momenten.
De vliegende start met Gabriels
Foto Anne-Marie van Rijn
We beginnen er toch maar aan, op donderdagavond om 18.00 uur, ondanks het dreigend onheil van de coronamaatregelen. Na ons de zondvloed, immers. En het festival kan na zo’n struikelend begin gerust in armen van Gabriels uit Los Angeles vallen. Want deze act stáát, concludeer je al snel na de opkomst van de neosoulformatie rondom zanger Jacob Lusk. Wat een sensationeel figuur. Gouden mantel, imposant lijf, swing in de heupen en indringende ogen die ieder persoon in de zaal tegelijk willen aankijken. Voor elke vocale uithaal – en dat zijn er nogal wat – neemt de voormalige American Idol-kandidaat een paar stapjes afstand van de microfoon, anders zou hij ‘m geheid kapot zingen. Ondertussen voorzien de contrabas, viool en het gospelkoortje het gezelschap van een eigen smoel: voor deze soulgroep geen cliché kletterend koper maar dramatisch aanzwellende strijkers. En wij maar knippen met de vingers. Tijdens Love And Hate In A Different Time zien we deze groep al even de grootste festivalpodia betreden. Een paar van zulke krakers erbij en het is af. En wij? Wij staan – paf! – meteen in festivalmodus. (TS)
Weg van de bittere realiteit met Arushi Jain
Foto Lisanne Lentink
Een beetje rust in het hoofd vinden zal donderdagavond niet voor iedereen makkelijk zijn: de onheilspellende lockdown-prognoses blijven via allerlei kanalen doorsijpelen. Gelukkig schept niet alleen het mantra we’re all in this together enige relativerende rust, maar zijn we hier allemaal voor één gemene deler: muziek. En vaak ook nog eens voor de helende, verbindende en ronduit therapeutische kracht ervan. Arushi Jain (donderdag 19.45 uur, Janskerk) biedt in de paars verlichte Janskerk een kleurrijke poel van modulaire synthklanken, traditionele Hindoestaanse zang en kraakheldere ambient om diep, diep, diep in te duiken en in weg te dromen. De uit Delhi afkomstige, maar in Brooklyn verblijvende componist maakt niet het type ambient dat beelden van kabbelende beekjes oproept, maar met live-vertolkingen van haar album Under The Lilac Sky doemen de kraakheldere roze zonsondergangen op en zorgen de akkoordenprogressies, onverwachte bleeps (zijn dat nou vervormde Super Mario-geluidjes?) en de prachtige stem van Jain voor een wonderlijke trip waar je haast geen inspanning voor hoeft te verrichten – je wordt aan de hand meegenomen naar een nieuwe wereld. Wanneer de ogen in de kerk weer openen, verkeren we in ieder geval al in een veel betere mindset dan bij binnenkomst. (DC)
Het vroege hoogtepunt: Arooj Aftab
Foto Anne-Marie van Rijn
Dat de laatste show van het tourkaravaan van de Pakistaanse Arooj Aftab langs Nederland trekt, is niets minder dan een zegen. Met enkel contrabassist Petros Klampanis en harpist Maeve Gilchrist weet Aftab haar prachtcomposities vol abstracte jazz, traditionele folk en minimaal klassiek tot de pure essentie te strippen en ongefilterde kwetsbaarheid in haarzelf en de zaal omhoog te halen. Songs van haar gerenommeerde album Vulture Prince, die dealen met zware thema’s als verstoppen in drank en drugs, verlies en liefdesleed, worden donderdagavond één voor één als ware monsterhits onthaald. Als er wordt gesoleerd is het al helemaal prijs: de bijzondere wisselwerking tussen contrabas en harp zorgt er vaak voor dat Maeve Gilchrist een hand vrij heeft voor percussie, extra fills en harmonieën op haar instrument – dit is zonder twijfel het mooiste harpspel dat ooit in deze zaal heeft geklonken. En die taalbarrière? Die bestaat al vanaf minuut één niet meer: deze klanken en teksten vóél je, die begrijp je op een dieper niveau. De bijzonder ontspannen, nonchalante grappen van Aftab – die er al een paar rode wijntjes op heeft zitten – dragen nog meer bij aan een familiaire sfeer in deze enorme zaal: de uitgelatenheid en de ovaties vallen niet meer stil aan het einde van deze onvergetelijke 50 minuten. Één voor in de boekjes. (DC)
De diepe drones van The Microphones
Foto Anne-Marie van Rijn
Phil Elverum speelt welgeteld één liedje, donderdag in de Grote Zaal van TivoliVredenburg. Totaal zes akkoorden en drie noise-erupties. Afgetrapt met een droge introductie (‘I’m Phil, this is Jay’) en een uur later weer afgesloten met een al even kernachtig ‘Thank you very much’. In de tussentijd stort hij – bijgestaan door gitarist Jay Blackinton dus – een enorme lap autobiografische tekst over ons uit. Niet over het rouwproces na de dood van zijn vrouw Geneviève, zoals in 2017 als Mount Eerie, tijdens misschien wel de meest aangrijpende show op Nederlandse bodem ooit, maar over zijn beginjaren als muzikant. ‘When I was 17 it was 1995 / I put the name Microphones on the tapes I would make late at night’. DÃe Phil Elverum dus. En wat komt deze uitvoering van The Microphones in 2020 (2020) hard binnen vanaf de houten bankjes van de Grote Zaal. Vooral door die diepe, SunO)))-achtige drones, die zich hier – anders dan op plaat – in je borstkast nestelen en je tegen de rugleuning drukken. GGRRROOMMMMMMM. Steeds vijf minuten totale blackness, totdat Phil weer zijn F#m-Dmaj7-D-akkoordenreeks strijkt en het verhaal hervat: ‘When you’re younger every single thing vibrates with significance’. Wel, dat doet het vanavond ook. (TS)
De meest genadeloze dj-set: De Schuurman
Als op vrijdag duidelijk wordt dat het festival in andere vorm zal plaatsvinden vanaf zaterdag, kiezen veel jongere bezoekers voor een uitvlucht tot de enige clublocatie van dit festival: BASIS. Daar host het Ugandese Nyege Nyege Tapes een clubavond waar traditionele gezichtsmaskers worden uitgedeeld en muziek uit de Kampalaanse streken ten gehore wordt gebracht: van polyritmische African Juke tot experimentele trance – je wordt hier van de ene naar de andere fantastische niche geslingerd. De meest omcirkelde naam van deze gecureerderde avond is De Schuurman, de producer/dj uit Den Haag die in z’n eentje een bubblin’-revival aan het ontketenen is, getuige de gesloopte zalen in Garage Noord de afgelopen maanden. Zijn moeilijk te vinden, versnelde afrohouse-producties uit de late zeroes werden deze zomer op Nyege Nyege Tapes heruitgebracht, gepaard met wat nieuwer werk. Die hoor je vanavond veelvuldig terug in originele mix of sample-vorm in een set waarin het tempo haast nooit onder de 125 BPM komt. Guillermo Schuurman drukt een uur lang genadeloos op het gaspedaal en mixt pijlsnel en messcherp in op deze grand retour. Nu het nieuws van beperkingen ons heeft bereikt en BASIS vanaf zaterdag haar deuren sluit, is het motto vanavond simpel: Nu Ga Je Dansen. (DC)
Verontwaardiging en knaldrang bij Pa Salieu
Foto Ben Houdijk
Dat hij geen kleintje meer is, moet Pa Salieu zelf inmiddels ook doorhebben, want op de late vrijdagavond in de Ronda wordt een sterallures-spelletje gespeeld met een geduldig en hongerig publiek. De artiest uit het Verenigd Koninkrijk met Gambiaanse roots heeft zijn hype crew mee in de vorm van een extra mc en een dj, maar die laten een half uur lang niets van zich horen. Het enige wat er in de zaal te zien is, is een soort grote-jongens-dans tussen technische problemen en kapsones in. Als de crew dan eindelijk het podium betreedt om het publiek op te warmen, doen ze dat met Junior Senior’s Move Your Feet, Vanessa Carlton’s A Thousand Miles en andere ironisch gedropte tracks uit een gekscherend shit white people get lit to-mapje. Als Pa Salieu zelf het podium eindelijk betreedt, staan er nog 18 minuten op de klok. Dan begint hij zelf ook nog eens over opwarmen en een ongeloofwaardig excuus als podiumvrees: dit is niet het publiek om in de maling te nemen. De hitjes komen voorbij met het even stemmige als zalvende Energy als ankerpunt, maar gaan gepaard met een volledig geacteerde micro-show vol geforceerde positive vibes, fuck lockdown-chants, duidelijk gelogen uitspraken als everytime we here it’s lit en het afdwingen van het breken van maatregelen. Iets anders dan dansen zit er gewoonweg niet op: het is het laatste uur van de laatste reguliere festivaldag. Morgen moeten we eerder stoppen, zondag wordt het zitten. Dus iedereen doet met evenveel verontwaardiging als knaldrang gezellig mee. Zo maken we er welgeteld 33 minuten toch nog iets van bij deze compleet uit de toon vallende show. Pa Salieu en kameraden hebben zichzelf er alleen maar mee. (DC)
Het bevlogen talent van Pink Siifu
Foto Rogier Boogaard
Van free jazz naar punk naar blues naar p-funk en weer terug naar punk: Pink Siifu verrast vriend en vijand met een vloeiende show van ongekende intensiteit en klasse aan het einde van de korte zaterdag. Maar een geladen boodschap brengt ook muzikale hevigheid met zich mee: dit uur staat in het teken van Negro (2020), een boze, eclectische plaat die al het onrecht dat de Afro-Amerikaanse bevolking wordt aangedaan vat in dystopische jazz en hevig vervormde punk, gerapt en gezongen door een stemvervormer vol distortion. Met modieuze badmuts, snowboardbril en een ongekende bevlogenheid ontpopt Siifu zich voor onze ogen als een echte showman, maar het is zijn band – twee drummers, een bassist, een gitarist en een trompettist rijk – die hier de show steelt. Dit spektakel loopt, glijdt en schuurt op alle goede manieren. Alle uiteenlopende genres volgen elkaar op alsof het logisch is. Er wordt voorgedragen uit teksten van Sun Ra, de Pandora is één grote kolkende moshpit en fuck the police blijkt het met overtuiging gebrachte slotmantra van een show die langer doorgaat dan aangegeven. (DC)
De warme knuffel van Alabaster DePlume
Foto Ben Houdijk
Noem zijn teksten cheesy, noem zijn muziek te bedacht, maar uiteindelijk zul je toch wel zwichten voor de wonderlijke Brit Alabaster DePlume. Is het niet voor zijn saxofoonspel, dan is het wel voor zijn melodiegevoel, zijn gedichten of zijn onnavolgbare improvisatietalent. Zijn fantastische band wacht op de leidende woorden van hun Artist in Residence; hijzelf dicht dadaïstisch de composities vooruit. Alabaster knoopt er na Visit Croatia nog flink wat ter plekke bedachte improvisatie bij tijdens Is It Enough en zorgt voor een verbroederend einde voor een muisstille zaal. Zelfs de oudste en jongste bezoekers roepen input, scanderen ‘No!’, of zijn compleet ontwapend door deze haast religieuze muzikale ervaring met de kinderlijke warmheid van Sesamstraat, de liefdevolle woordkunst van Daniel Johnston en het jazz-vakmanschap van Avishai Cohen. Geen wonder dat het storm loopt op de drie (!) extra aangekondigde shows van DePlume in het Stadsklooster op zondag. Een volle zaal met Alabaster DePlume is hard nodig in vreemde, complexe tijden. (DC)
De retour van oude legende Eddie Chacon
Foto Ben Houdijk
Een sprongetje van blijdschap – maar dan wel op een stoel – golft zondag door de zaal bij het zien van Eddie Chacon en zijn band. De Amerikaan was jarenlang uit zicht; hij stond bekend als deel van Charles & Eddie, die in 1992 een monsterhit scoorden met Would I Lie To You. Charles Pettigrew stierf plots aan kanker, Chacons carrière en persoonlijke leven raakten in een dip. Hij kwam zelfs niet meer aan de bak. Zijn studio sloot, en decennialang gaf hij zijn vak op. Totdat hij in contact kwam met John Carroll Kirby, begaafd jazzfunktoetsenist en gerenommeerd producer voor Frank Ocean en Solange. Samen met Kirby maakte hij Pleasure, Joy and Happiness (2020), een balearic funk-album in een elektronisch jasje. Als Kirby dan ook nog eens mee is om het album live te vertolken vanavond, zorgt dat voor een fijne extra dimensie. Want Chacon maakt niet muziek in zijn eentje, hij heeft naar eigen zeggen ‘iemand nodig om het proces samen mee te doorlopen’. Zijn band draagt de serene, warmbloedige, maar soms ook wat breekbare stem van Chacon dan ook volledig met mellow arrangementen, quirky synthesizers en dwarsfluitsolo’s. Eddie is er om het geheel af te maken en te voorzien van wat plezier, vreugde en blijdschap. Een zijdezacht cadeautje met een te bescheiden opkomst op de vroege zondagavond. (DC)
De uitzinnige afsluiter Sons of Kemet
Foto Jelmer de Haas
Het hangt al in de lucht vanaf de eerste gedrumde maten: hier gaat het gebeuren vanavond. Sons of Kemet en vrienden treden aan voor een last minute aangekondigde afsluitshow, en er staat een opstopping tot aan de roltrappen in de hal van TivoliVredenburg. Shabaka Hutchings, Theon Cross, Eddie Hick en Tom Skinner maken afro-caribische jazz met de hoogste energie en intensiteit denkbaar, maar dat hoef je vanaf minuut één al niet meer aan dit publiek uit te leggen. Op iedere sousafoon-solo wordt gehapt, Shabaka kleurt alle breaks wild in met zijn tenorsax en de twee drummers Hick en Skinner lijken de onmogelijke taak van op één lijn blijven met gemak te volbrengen. Op een gegeven moment houdt niemand het meer in de overvolle Grote Zaal: men staat massaal van zijn stoel op om uitzinnig verder te gaan en opgestapelde knaldrang los te laten. Mensen huilen van euforie, leed of andere intensiteit die de afgelopen tijd op hen is afgevuurd, opgelaten dansers rennen trappen op en af, haren worden losgegooid op de extra percussie van het fenomenale My Queen Is Harriet Tubman. Het enige nadeel aan dit collectief verenigende moment is dat de prachtige, zwaarlijvige boodschap aan de bezoeker verloren kan gaan – zelfs als special guest Angel Bat Dawid ‘m in je gezicht komt meppen. Want Sons of Kemet is vooral en allereerst een catharsis voor gevoelens omtrent racisme, een collectieve zoektocht naar nieuwe richting, naar vereniging, niet naar knaldrang. Die vereniging lijken we in ieder geval nu, hier even in de Grote Zaal, met z’n allen gevonden te hebben. Dat we dit ontwapende gevoel nog maar lange tijd vast mogen houden, want de tijden worden er voor niemand makkelijker op. (DC)
…tot slot, een buiging
Dat Le Guess Who? ondanks een shitshow aan vermoeilijking en beperking zich samen met artiesten en crew heeft vastgebeten op daadkracht en het kiezen van de moeilijke weg – twee dagen cancellen zou immers heel wat moeite en extra kosten besparen – is niets anders dan een prestatie om voor te buigen. We zagen veel veranderingen, ze hingen ons boven het hoofd, en toch heeft de organisatie van dit festival deze op een zo goed mogelijke manier omarmd en voor een complete festivalervaring gezorgd. Misschien nog wel beter dan andere jaren, door deze bijzondere rollercoaster van emoties en indrukken. Niets anders dan lof voor deze parel van een festival, die niet voor niets wereldwijd zo geliefd is: deze handdruk tussen muziek, menselijkheid en vereniging vind je écht nergens anders.
Door: Dave Coenen en Thomas Snoeijs
Gezien: 10 t/m 14 november op diverse locatie in Utrecht.
Openingsfoto: Ben Houdijk