De Zweedse band Thrown – een van de snelst rijzende sterren in de nieuwe hardcorescene – levert vrijdagavond een show af die voelt als een uppercut in slow motion. Elk nummer, afkomstig van geprezen debuutalbum Excessive Guilt (2024) is raak. Vocaal geweld, bruut riffwerk, breakdowns die je voelt tot in je milt. Maar dan blijkt ook de zeurende pijn waarmee je achterblijft toch echt elders vandaan te komen.
Fotografie Hub Dautzenberg
Want wie goed kijkt, ziet het meteen. In de gelederen van Thrown bevindt zich geen bassist. Althans, niet in de ring. Alle baspartijen komen uit een doosje en vormen in combinatie met de imponerende drumpartijen van drummer Buster Odeholm – ogenschijnlijk wél live – een onbreekbaar fundament. En daar wringt de bokshandschoen. Hoe strakker die basis klinkt, hoe onnatuurlijker het bij driekwart van de toch al niet al te lange set voelt. En daarmee blijft de echte knock-out uit.
Zo klinkt de stem van frontman Marcus Lundqvists op meerdere momenten voller dan zijn eigen longinhoud toelaat. Hij zingt op Look At Me met vooraf opgenomen zanglijnen mee en daarbij vormt de vocale backing track zelfs grotendeels de boventoon. Delays vallen nét te perfect. Ook de gitaareffecten té consistent, zeker als je ziet hoe beide snarenplukkers rondtollen en voornamelijk bezig lijken te zijn met een fysieke workout. En eerlijk is eerlijk: met al dat kunstmatige gepolijst ontbreekt het Thrown vanavond aan alle brutaliteit die het album sinds de release bij de nieuwe generatie metalcorefans door de strot ramde.
De tekst van New Low wordt in het midden van de slechts veertig minuten durende set zelfs bijna ironisch, wanneer Lundqvists menigte toeschreeuwt: ‘What is real? I can’t tell the difference between dreams and reality. And my own thoughts and the voice I hear. Is it even me or is it somebody else?’
Wat dus op het eerste gezicht een tamelijk verpletterende performance lijkt, ontpopt zich langzaam als een show vol virtuele pleisters en digitale spalken. De muziek is rauw, maar de show voelt gecureerd. De zaal – een dampende mensenmassa tussen de 16 en 25 jaar – laat zich echter dankbaar murw slaan. De moshpit kolkt vanaf opener Backfire tot hekkensluiter Grayout en er lijkt werkelijk niemand te malen om deze mini-playbackshow van de vier Zweden.
De generatiekloof tussen hen die opgroeiden met Merauder, een bakje chips en Henny Huisman versus de nieuwe lichting metalcoreliefhebbers leek nog nooit zo groot. Die laatste categorie accepteert het zonder pardon als een soort noodzakelijk kwaad om complexe studioproducties live te kunnen reproduceren. Elke hardcore oudgediende verlangd met weemoed naar betere tijden.
Bovenstaand blijkt helaas steeds vaker regel dan uitzondering. De term pissedcore passeert steeds vaker de revue: een soort hybride van hardcore, nu-metal en hiphop, doordrenkt van frustratie en sociale media woede. We bevinden ons in een tijdperk waarin bands stuk voor stuk explosieve sets afleveren, maar zichzelf bijna niet kunnen behoeden voor een choreografische vloerstoot. Noem het de vloek van de nieuwe generatie. Muzikaal indrukwekkend, maar live met momenten een wassen neus. Dat alles geboren vanuit een generatie die is opgegroeid met perfectie op aanvraag en steeds minder lijkt te geven om het verschil tussen live en een lijntje. En zo wordt er vanavond dus gejuicht bij geautomatiseerde effecten en blijft de bassist een wav-bestand.
Even vooropgesteld: Thrown is een band met talent. De songwriting is strak, de energie aanstekelijk en hun sound grensverleggend. De switch tussen samples en geprogrammeerde beats is verfrissend. Het geluid van een klassieke metalcoreband in de tijd van vandaag. Maar een liveband zonder livegevoel blijft nou eenmaal als een pitbull zonder tanden. Je bewondert ’m, ontwijkt zijn blik en houdt weloverwogen afstand.
En in deze uitverkochte show van Thrown keken we de toekomst van hardcore daarentegen recht in de ogen. Wat we toen zagen was een spiegel van een bredere trend, waar perfectie belangrijker lijkt dan authenticiteit. En daarmee ontstaan er scheuren in het oorspronkelijk canvas waarop zoveel voorgangers al hebben moeten knokken voor erkenning.
Gezien: 18 april in TivoliVredenburg (Pandora), Utrecht