Het regent geen echte moesson in Poppodium 013, maar Tokio Hotel blaast wel een glitterstorm door Tilburg. De Duitse band, die ooit tienerkamers en schoolagenda’s sierde met zwart-wit gebleekte emo-glam, bewijst met een gelikte popshow nog steeds relevant te zijn. En vooral: dat de band meer is geworden dan die tienerfabriek van destijds.
Fotografie Hub Dautzenberg
De band piekte tussen 2005 en 2010, werd afgeschreven en kwam weer terug. Niet met bombarie, maar met lef. Met een drang om te blijven bewegen, te blijven zoeken. Tokio Hotel – de act die je óf vergeten was óf nooit echt losliet – blijkt gelukkig niet slechts een relikwie uit de jaren nul, maar een constant van gedaante wisselende kameleon die zijn draai heeft gevonden in een tijd van algoritmische hitformules en festivalcarrousels.
Het binnendruppelende publiek in 013 bestaat voornamelijk uit nostalgische millennials die met veel moeite een korset hebben aangetrokken onder hun valende bandshirt. Menig hysterisch gillende puberdochter mag vanavond voor het eerst alleen op stap óf gezellig met mam mee – en er is zowaar een handjevol vaders te bespeuren dat moppert over het weer en hoopt op een visueel verzetje: zou gitarist Tom Kaulitz zijn eega Heidi Klum vanavond bij zich hebben? Moeder en dochter horen het niet eens.
Vandaag draait eigenlijk alles om de man met waarschijnlijk net zo’n indrukwekkende inloopkast als zijn schoonzuster: Bill Kaulitz. Vroeger een porseleinen punkprins met eyeliner en spikes. Vandaag een catwalk op poten. Kaulitz is een levende modedroom in neonstof, laserlicht en latex, met outfits die afkomstig lijken uit een parallel universum waar Balenciaga en Bowie samen een stylistenduo vormen. Een futuristische rockdiva. En dat is inclusief – en we bedoelen inclusief inclusief – roze pluche sombrero en dito Flying V-gitaar.
Meer dan eens wisselt de blonde Kaulitz van tenue: van een reusachtig gevleugelde entree met Miss It All, naar een glitteroutfit die het midden houdt tussen een nat spinnenweb en iets wat een expert van Tussen Kunst & Kitsch nog onder de euro zou taxeren. Plat en stijlvol in één blend. Kaulitz draait zich naar de reusachtige spiegels op het podium en lacht erom: In Your Shadow (I Can Shine).
Just A Moment wordt gezongen als duet met de jonge The Voice Of Germany-winnares Malou Lovis, die in het dertiende seizoen van het Duitse televisieprogramma gecoacht werd door de broers Kaulitz. Ze wordt akoestisch begeleid door Tom Kaulitz en het tweetal is daarmee een van de rustmomenten in de stuiterende setlist vol synth en plastic pop, waarbij de rauwe gitaarrandjes steeds meer naar de achtergrond lijken verdwenen.
Gelukkig is er wel ruimte voor Duitstalige klassiekers als Rette Mich (2006) of Spring Nicht (2007) en natuurlijk doorbraakhit Durch Den Monsun (2005), maar de band schakelt net zo moeiteloos over naar de titeltrack van Netflix-realityserie Kaulitz & Kaulitz of een uptempo poppunkversie van Disney/Pocahontas-anthem Colors Of The Wind. Of een plastic cover van Careless Whisper inclusief giga-keytar waarvan zelfs uncle George nog één keer grinnikend rechtop zou gaan zitten.
Zijn er kritische noten te kraken? Toch wel. De oplettende kijker valt op dat er ogenschijnlijk veel meeloopt op de backing track. Geen vat vol glitters kan verhullen dat zelfs de vocalen soms maar deels live, deels als een gladgestreken geluidsdecor klinken. Maar daar maalt niemand om. Voor Bill Kaulitz blijkt de ventilator nou eenmaal belangrijker dan de microfoon.
Wat ooit begon met hysterie en zwartgelakte nagels is intussen uitgegroeid tot een band die – in ieder geval in Europa – stadionwaardig is geworden. En dat weten ze. Na niets dan uitverkochte zalen tijdens de huidige trip, kondigen de broers Kaulitz en co dan ook zelfverzekerd hun volgende stap aan: een gloednieuwe arenatour in 2026. Geef ze eens ongelijk. Tokio Hotel is geen band meer, het is een choreografisch spektakel met haalbare arena-ambities.
Gezien: 25 maart in Poppodium 013, Tilburg