Voorafgaand aan zijn solo in Thunder Road wijst Jake Clemons, neef van Clarence, even met zijn wijsvinger naar de hemel. Hij salueert zijn oom. Het is een gebaar van nog geen seconde, maar het emotioneert mij. Het is zo puur, zo onvervalst, zo eerlijk; zo vanuit het hart. En zo gaat het eigenlijk de hele avond in de ArenA.
Fotografie Bert Treep
In de OOR van mei legt collega Tom Engelshoven uit hoe de artiest Bruce Springsteen een nauwgezet geconstrueerd figuur is. Maar in de ArenA zie of hoor je dat donderdagavond niet. Daar zien we louter een man en zijn vrienden musiceren vanuit het hart. Ze trappen lol. Ze rocken en rollen, jazzen en funken, omdat het ze overduidelijk het lekkerste gevoel ter wereld geeft. Good golly miss Molly, you sure love to ball! En ze denderen maar door. Ruim drie uur lang, als de intercity tussen Alkmaar en Maastricht. Geen tussenstops. Dat ze hierom bekendstaan, maakt het niet minder bewonderenswaardig.
Op 36-jarige leeftijd kost het mij aanzienlijke moeite en rugpijn om de hele show lang overeind te blijven en mee te dansen. Onbedoeld zijn de marathonconcerten van The Boss verworden tot positief bejaard spierballenvertoon, waar je je als relatieve jonkie bijna zwak door gaat voelen. Bruce is ruim twee keer mijn leeftijd en hoewel je hem wel in een inco kunt voorstellen wanneer hij ietwat houterig het trapje van het podium opstapt, toont hij feitelijk nul verval.
Hij zingt met kracht, speelt met vuur, gebruikt het hele podium en betrekt iedereen die in zijn buurt komt. Hij eindigt een langgerekt The Promised Land in grote euforie tussen zijn fans vooraan; geeft zijn mondharmonica aan een dolgelukkige dame in een zelfgedrukt Holland loves Bruce Springsteen-shirt. Ondanks dat zijn gezicht en lichaam langzaamaan lijken te veranderen in dat van Joe Biden, is The Boss niet sleepy, maar een messcherp entertainer. Hij erkent meiden op schouders, spot de jongste fans en geeft ze één-op-één momentjes. Wanneer hij ontevreden is over het participatieniveau van een publiek dat wat moeite heeft met loskomen, is hij de gezelligste en geduldigste UWV-keurder ooit. Of we even wat harder willen meezingen met het refrein van Out In The Street, en misschien nog een extra rondje willen meebrullen met Badlands.
Hij toont humor. In een gelukzalig Glory Days spelen hij en Little Steven met de camera voor het drumstel als twee geilneven in een Van Kooten en De Bie-sketch. Zowel Kitty’s Back als Mary’s Place gaan gepaard met geinige muzikale bandinteractie. Met handgebaartjes verandert Bruce de compositie en energie van de liedjes, zoals James Brown dat ooit ook deed. Het eren van helden uit het verleden blijft een thema in shows van The Boss.
De enige ‘ouderdomskwaal’ die Bruce wellicht heeft, is dat hij vandaag de dag net iets meer bezig is met geesten dan voorheen. Een uitgebreid Nightshift, waarin de achtergrondzanger- en zangeressen in het zonnetje worden gezet. Een emotioneel Last Man Standing, ingeleid door een verhaal over George Theiss, zijn inmiddels overleden vriend met wie hij in zijn eerste bandje, The Castiles, speelde. Een wervelend Ghosts. Een euforisch Tenth Avenue Freeze-Out, met archiefbeelden van Clarence Clemons, the big man (who) joined the band, en het eerder genoemde Glory Days. Stuk voor stuk momenten waarin verleden en heden versmelten.
Pluk de dag, stelt The Boss vanavond. Zeg geen tomorrow en hello zoals tieners dat continu doen. Zeg ook geen yesterday en goodbye zoals dat later in het leven gaat. Leef in het moment. Geniet van iedere seconde! Bruce is lang niet de eerste die deze boodschap verkondigt. Maar hij is wel een van de weinigen die het gevoelsmatig zo overtuigend weet neer te zetten. Zijn levenslust is groot. Je ziet Bruce echt genieten van alles wat hij doet en alles wat er om hem heen gebeurt.
Tijdens The E Street Shuffle ‘dirigeert’ hij het blazersclubje binnen de band met een jongensachtige grijns op zijn gezicht. Hij slaat spontaan een arm om de schouders van Jake, wanneer ze samen optrekken en iedere hoek van de zaal toezingen tijdens Out In The Street. Wanneer het eerste couplet van Wrecking Ball niet helemaal lekker loopt, maakt Bruce er een grapje van. ‘I just made that part up!’ Hij wisselt feestelijk werk naadloos af met songs met volwassen thema’s. Je voelt hoop tijdens The Rising, passie tijdens Because The Night en een mix van vechtlust en verliezerschap tijdens Trapped. Er staat geen lied op de – eveneens fantastische! – setlist dat niet met totale overgave wordt gespeeld.
Gaat Bruce Springsteen een leven lang mee? In het eerder genoemde OOR-artikel vraagt Tom van Engelshoven zich dit hardop af. Het antwoord kan hij nog niet geven. Hij leeft nog, Bruce leeft nog en beiden maken nog steeds mooie dingen. Maar wellicht vinden we het antwoord op zijn vraag al wel in de filosofie. Volgens de Engelsman John Locke zijn herinneringen dat wat de mens tot mens maakt. Wanneer een mens zijn herinneringen verliest, verliest de mens zichzelf. Geen andere artiest creëert zoveel grote, levenslang houdbare, mens-makende herinneringen als Bruce Springsteen. Het moment waarop het publiek vanavond definitief ontwaakt en zich aan de voeten van The Boss werpt, is het soort moment waar je als concertbezoeker en muziekliefhebber voor leeft. Een mensenmassa als één geheel samengesmolten, gebalde vuisten massaal in de lucht, tienduizend stemmen vormen één krachtig geluid. ‘Just wrap your legs ‘round these velvet rims and strap your hands ‘cross my engines!’ Kippenvel.
Het Nederlands ondertitelen van recente nummers, waaronder een prachtig gezongen Letter To You, is onnodig en oogt nogal goedkoop. En naar verluidt is het geluid in de ArenA op sommige plekken – ik citeer – dramatisch. Gezien de hoeveelheid grote shows die er tegenwoordig worden geboekt in het Ajax-stadion, mag er best wel eens worden geïnvesteerd in de techniek. Maar goed, dat kan je The Boss natuurlijk niet kwalijk nemen. In de ArenA barst hij weer van de energie, passie en straalt hij iets uit dat eigenlijk alleen maar kan worden omschreven als pure levenslust. Hij creëert zoveel onvergetelijke momenten dat je er een leven lang op kan teren. Hij eert het verleden en biedt hoop voor de muzikale toekomst, want ondanks dat weinig andere bands doen wat hij doet, is het blijkbaar wel mogelijk om te kunnen wat hij kan. Op zijn 73e is The Boss kortom nog steeds een fenomeen.
Gezien: 25 mei 2023 in Johan Cruijff ArenA, Amsterdam
De nieuwe OOR is uit!
Bestel âm hier.