concert

Clapton op z’n Cruijffiaans in de Ziggo Dome

‘Simpel voetballen is het moeilijkste wat er is.’ De onnavolgbare logica van Johan Cruijff komt altijd even in ons op, als we zijn metershoge beeltenis op het naar hem vernoemde stadion passeren. De stroom aan keurige veertigplussers – met een enkele uitschieter naar beneden – die door de zachte juni-avond richting Ziggo Dome beent, heeft Cruijff misschien nog wel eens zien spelen. Al is Amsterdam dinsdagavond onderweg naar die ándere god, de grootste nog levende gitaarlegende die het livecircuit rijk is: Eric Clapton.

Fotografie Bert Treep

77 is ie nu. En zijn tourschema is twee keer zo vol als dat van leeftijdsgenoten The Rolling Stones, die over een paar dagen hun intrek nemen in de Johan Cruijff ArenA. Jagger en Richards treden hooguit tweemaal per week op en back-to-back concerten zijn al twintig jaar uit den boze. Clapton speelt in Amsterdam niettemin gewoon twee avonden achter elkaar. Hij heeft dan ook wat in te halen: deze Europese tournee, overigens zonder nieuw album of andere urgente aanleiding, stond al gepland voor 2020 en is om bekende redenen meermalen uitgesteld.

Drukke tijden dus, zelfs als je rock royalty bent. En z’n gevolg draait helemaal overuren, ook in de portemonnee. Maandag dus de Stones, er schuifelen zelfs al wat verdwaalde tong-logo’s door de rij. ‘Volgende week Eagles in Arnhem?’, vraagt een Stonesfan aan een Springsteen-shirt. Maar het Springsteen-shirt gaat al naar Pinkpop, voor Metallica en Pearl Jam. En je kan maar op één plek tegelijk zijn, in al deze overvloed. ‘Donderdag wel naar Grolloo?’ Uiteraard, knikt het Springsteen-shirt. Want het oergezellige Holland Blues Festival laat de echte liefhebber natuurlijk niet schieten. Clapton evenmin: het geld is al lang uitgegeven, de kaartjes inmiddels twee jaar op zak, en ondanks een recente covidbesmetting heeft de hogepriester van de blanke blues z’n tournee precies op tijd voortgezet om Amsterdam aan te doen. Er is weinig te verliezen vanavond – en dat is maar goed ook.

Zou de uitverkochte Ziggo Dome de fansite Where’s Eric kennen? Vanuit je luie stoel kan je alle verrichtingen van Clapton op de wereldwijde podia op de voet volgen. Handig voor de Nederlandse fan, want die heeft de gitarist al twaalf jaar niet meer in ‘t land gezien. En ook vanavond moeten de 17.000 aanwezigen hun best doen om iets van hun held te kunnen ontwaren, want de hoofdattractie lijkt wel gecamoufleerd. Om klokslag negen uur wandelt Clapton doodgemoedereerd het podium op in spijkerbroek, overhemd en vestje, om af te trappen met Pretending. Als een kameleon gaat hij op in het decor, er staat geen spot op hem gericht en de meeste beweging komt van de muzikanten om hem heen (waarbij we ondanks een grote hoed meteen Paul Carrack als organist herkennen). Where’s Eric? Het blijft ruim anderhalf uur lang de grote vraag.

Clapton is nooit een man van grote gebaren geweest, maar oogt vanavond wel erg statig en soms een tikje uitgeblust. Z’n stem moet in het openingsblok, met naast Pretending ook Key To The Highway en Hoochie Coochie Man, van ver komen, al blijft z’n gitaarspel van ongeëvenaarde klasse. Na drie nummers geeft hij de leadvocals onverwacht aan Paul Carrack, die zich gloedvol door het aardige zeldzaamheidje Next Time You See Me heen wiegt. Als I Shot The Sheriff volgt, komen zaal, band én baas zowaar een beetje los. Clapton vlamt in z’n solo, Slowhand excelleert vanuit de losse pols als vanouds. Al weet hij op dat moment als enige dat ie White Room, dat deze tournee standaard de eerste elektrische set afsluit, hierna niet hoeft te doen. De vaste Cream-kraker is opgeofferd voor het niemendalletje van zojuist, voor het eerst tijdens deze Europese ronde. Laat de conditie te wensen over voor deze vocale en instrumentale tour de force? De grote man zelf is er na vijf nummers in ieder geval bij gaan zitten.

Voor zover we ‘m kunnen zien, vertoeft Clapton tijdens het akoestische intermezzo het meest in z’n comfort zone. In Driftin’ klinkt zowaar enige geestdrift, Nobody Knows You When You’re Down And Out wordt goedkeurend herkend door de zoekende hoofden en ook het stemmige Layla krijgt in z’n beroemde Unplugged-arrangement de zaal aan z’n voeten – Carrack schudt in z’n orgelsolo zelfs de beroemde riff even uit z’n mouw. ‘Aaah’, klinkt het troostend, wanneer Tears In Heaven als een veertje de Ziggo Dome in dwarrelt en zelfs de Dutch disease achterop het veld even weet te dimmen. De recente tragedie in Limburg is voelbaar in de lucht, respect bestaat nog in een volle Nederlandse concertzaal. 

Als Clapton z’n Stratocaster weer omgespt, hebben we eindelijk het ideale standpunt gevonden: halverwege aan de linkerzijkant, ter hoogte van de bar. De slagplaat van z’n gitaar is het herkenningspunt, er staan vanuit deze hoek geen muzikanten achter hem, dus je ziet zijn iconische silhouet het duidelijkst tegen de backdrop. En als je even met je ogen knijpt kan je zelfs z’n linkerhand soepeltjes over de hals zien gaan, zonder naar de spaarzame zwart-wit visuals op de twee schermen te hoeven kijken. In Badge – eindelijk iets van Cream – ronkt de versterker voor het eerst vanavond, Wonderful Tonight klinkt dan weer wat afgeraffeld, terwijl Crossroads juist lekker gejaagd door de zaal heen raast, met de duivel op de hielen. 

Little Queen Of Spades toont ons de Clapton zoals hij zichzelf het liefst ziet: op één lijn met z’n band, een paar stappen terug van de microfoon, signatuurtjes en solootjes uitwisselend met rechterhand Doyle Bramhall (die uitgerekend linkshandig gitaar speelt) en soms even zelf bevlogen op avontuur. Let the music do the talking, lijkt het devies – zelf richt Clapton het woord in anderhalf uur tijd niet éénmaal tot Amsterdam, op enkele bedankjes en introducties na. En wat valt er ook te zeggen? In de afgelopen twee jaar lag hij zwaar onder vuur omdat hij openlijk twijfelde aan het vaccinatiebeleid en de coronamaatregelen. Op een handvol mondmaskers op de vloer na (vier stuks vinkten we er af), lijkt de voorbije tijd wel een andere planeet. Claptons boodschap is duidelijk: genoeg geluld, de muziek spreekt voor zich. Alleen zijn gitaar huilt soms zachtjes. 

Er volgt ook geen enkel woord van afscheid, nadat Cocaine de vloer nog even in beweging heeft gezet en Paul Carrack ook voor uitsmijter High Time We Went de zang op zich neemt. Een duimpje, een zwaai en de focus kan naar de dag van morgen, als Clapton wéér een volle Ziggo Dome voor z’n mond en neus heeft. Gaat het masker dan misschien wel af? We wagen het te betwijfelen, al valt er aan de muzikale excellentie van deze anderhalf uur durende voorstelling niet te tornen. Tijdloze klassiekers, naadloos gebracht voor een fijnbesnaard publiek. En dat op een nondescripte casual tuesday, in de luwte van de gekte, alsof het allemaal niets is. 

Eric Clapton is zowel een grootheid als een bescheiden man, die niettemin hoogstpersoonlijk de blues en het edele gitaarspel in onze vaart der volkeren heeft gebracht. Ook op z’n 77e speelt hij op het oog (en oor) nog altijd met zoveel gemak en souplesse, dat het z’n eigen virtuositeit zowat verbloemt. Na negentig minuten plus verlenging staan we weer buiten en kijkt die éne god ons weer aan, metershoog, vanaf de stadionwand. ‘Simpel voetballen is het moeilijkste wat er is.’ Cruijff en Clapton kunnen elkaar de hand niet meer schudden – da’s logisch. Maar je zál ze toch ooit hebben zien spelen…

De nieuwe OOR is uit!

Bestel ‘m hier.

 

deel dit artikel

Meer:

eric clapton
album

Eric Clapton – Deluxe Edition

Na het mislukken van Blind Faith toerde Eric...
album
Eric Clapton

Eric Clapton – Deluxe Edition

Na het mislukken van Blind Faith toerde Eric...

Meest gelezen

MEEST RECENT

INLOGGEN