Een concert van Duran Duran is een bioscoopbezoek waar je de scènes al van buiten kent, maar toch weer even betoverd raakt door het kleurgebruik, de camerahoeken en de muziek die nooit echt van het scherm verdween. Vanaf het moment dat de eerste tonen van Velvet Newton de Ziggo Dome binnenrollen weet je: dit wordt geen nieuwe kaskraker, maar een zorgvuldig geremasterde klassieker.
Fotografie Hub Dautzenberg
Want wat Duran Duran op deze avond brengt, is een audiovisuele ode aan hun eigen esthetiek: stijl als structuur, vorm als functie. De band, ooit ontstaan uit het hypergestileerde Birmingham van de New Romantic-beweging, heeft zijn muzikale DNA nooit verwaarloosd. Integendeel: het wordt in Amsterdam gevierd, versierd en tot op de pixel uitgelicht, door vier mannen die al sinds de jaren tachtig weten hoe je muziek eruit laat zien als cinema.
De verbluffende visuals benadrukken dat. Achtergrondschermen projecteren collages van vervlogen videoclips, nachtelijke landschappen en lichtflitsen die doen denken aan de gloriedagen van MTV: toen die grote M nog voor music stond. Duran Duran blonk jarenlang uit met filmische muziekvideo’s en weet dan ook als geen ander hoe je je verleden presenteert als een tijdloos tableau.
Muzikaal staat bijna alles zo vast als het script van de remake van een klassieker. Notorious, Hungry Like the Wolf, Planet Earth, A View To A Kill: het zijn nummers die, hoe vaak je ze ook hebt gehoord, nog steeds als polaroids van een collectieve jeugd fungeren. Het publiek zingt, danst en beleeft. En wie in de jaren tachtig ooit smolt voor de zanger met jukbeenderen en schoudervullingen, is daar ook vandaag nog steeds vatbaar voor, getuige de opgedirkte LeBonbons op de eerste rijen.
Maar het nieuwe werk? Dat verdwijnt alweer snel in de mistmachine. Danse Macabre, het album dat deze tour ondersteunt, klinkt live dan misschien alsof het perfect past in het grotere visuele concept – donker, dansbaar, mysterieus – inhoudelijk blijft het nauwelijks hangen. Duran Duran speelt het nieuwe werk uiteraard alsof het een stijlvolle toevoeging aan de set is, maar de noodzaak daarvan lijkt ver te zoeken. De covers – eveneens afkomstig van de laatste plaat – zijn kundig gekozen (ELO, Talking Heads) maar worden eerder geconsumeerd als showelement dan als artistiek statement.
Op het podium zijn de mannen bewonderenswaardig goed op elkaar ingespeeld. Simon Le Bon, wiens stem tijdens voorgaande tournees niet altijd even strak in de lak zat, heeft geleerd hoe hij met charme en frasering kleine onregelmatigheden omzeilt en raakt op het juiste moment meestal zijn toon. De hoofdrolspeler klinkt de eerste drie nummers misschien nog wat als een roestige projector, hij acteert al gauw om het op de loer liggende doemscenario heen. Een frontman van dit formaat weet bovendien: smile and you’ve just made a million. En waar een kraker als The Reflex eerdere tourdata geschrapt werd, staat deze vanavond gelukkig wél op de setlist.
Nick Rhodes is als altijd een baken in de band: emotieloos ogend achter zijn toetsenarsenaal, maar bepalend voor sfeer en ritme. Roger Taylor drumt met flair en perfectie, John Taylor danst zijn baslijnen nog net niet het publiek in. Gitarist Dom Brown voegt energie toe waar nodig, maar blijft gedoseerd in zijn expressie. En dan is er Anna Ross, die in Come Undone een fraai spanningsveld opbouwt tussen melancholie en verlangen met een duet dat naadloos past in de zorgvuldig uitgekiende productie. Net zoals Ordinary World, voor alle slachtoffers in Gaza, Israël en Oekraïne.
Het publiek is precies zoals je verwacht bij een band met veertig jaar op de teller: een mozaïek van stijlen, leeftijden, kapsels en herwonnen tienerliefdes. Sommige fans dragen oude tourshirts, anderen zingen schaamteloos mee. Wat hen bindt, is het gedeelde verleden van cassettebandjes, wachtend om voor even teruggespoeld te worden.
Als de show zijn ontknoping nadert, klinkt Girls On Film, zoals altijd, met flitsende visuals, waarna een naadloze mash-up met Psycho Killer (Talking Heads) zorgt voor de beste respons van de avond. Tijdens Save a Prayer wordt de Ziggo Dome verlicht door een paar duizend telefoonlampjes en dan lonkt de daadwerkelijke aftiteling met Rio, het nummer dat destijds de saxofoon weer sexy wist te maken. Échte verrassingen blijven uit vanavond, net zoals het antwoord op de vraag of het heerschap ons in 2025 nog iets nieuws te vertellen heeft.
Wat blijft, is bewondering. Voor het vakmanschap, voor het stijlvast blijven én voor het feit dat Duran Duran nog altijd een show neerzet waarin verleden, esthetiek en showbizz tot een coherent geheel versmelten. Een visueel gemonteerde droom waarin de grenzen tussen retro en toekomst worden vervaagd met neonlicht, rook en synth. Alsof je midden in een soundtrack valt van een nog niet gemaakte film, ergens tussen Bond en Barbarella.
Gezien: 11 juni 2025 in Ziggo Dome, Amsterdam