Altijd gezellig wanneer een artiest die ook makkelijk een zaal van AFAS Live-formaat kan volspelen een bezoek aan een kleinere zaal inplant. We zagen Jack White al zegevieren in TivoliVredenburg, een week later doet Franz Ferdinand te midden van de tour rond het in januari verschenen The Human Fear een stijf uitverkocht Paradiso aan.
Fotografie Mick de Jong
Dat dit album de tweede matige Franz Ferdinand-plaat in tien jaar tijd is, doet in ieder geval niets af aan de heldenontvangst die Alex Kapranos en zijn band krijgen wanneer ze het podium van de poptempel betreden. The Human Fear is geen slecht album, maar bevat wat te veel kitscherige stijlwisselingen en te weinig echt beklijvende nummers om van een return to form te spreken. Dus kakt de show nooit volledig in bij de negen nieuwe songs die maandagavond voorbijkomen, maar voelen we pas echt elatie in de zaal bij het werk uit het eerste decennium van de band (dansvloerplaat Always Ascending uit 2018 wordt volledig genegeerd).
Zo voelt openingsnummer Bar Lonely slechts als een opstapje naar een euforisch The Dark Of The Matineé, maar trapt de band met Night And Day vervolgens meteen weer op de rem. In dat ritme pingpongt het vijftal een klein uur voortdurend tussen oude klassiekers en werk van de nieuwe plaat. Daardoor voelt het alsof de show nooit echt op gang komt. Het ene moment staat Paradiso springend mee te schreeuwen met Do You Want To, het andere moment staan we plichtmatig met de armen te zwaaien tijdens The Human Fear-leadsingle Audacious.
Kapranos, op zich altijd charismatisch, zit erg op de praatstoel, wat ook niet bijdraagt aan het tempo van het optreden. Hij heeft het vooral veel over Paradiso. Erg veel. Zijn verering van de zaal is niet onterecht, want dit is ergens de ideale plek voor Franz Ferdinand. Ooit speelden ze hier een show in de bovenzaal, die werd opgenomen en als bootleg werd uitgebracht nog voordat het debuutalbum het levenslicht zag. En natuurlijk is dit het huis van London Calling, het showcasefestival waarvan de tagline de laatste twee decennia net zo goed ‘zie hier de nieuwe Franz Ferdinand!’ zou kunnen zijn.
Mooi dus dat de band het zelf ook zo leuk vindt om hier weer te staan. Maar ondertussen bereikt de show met Black Eyelashes, een ode aan Kapranos’ Griekse roots, met een verontrustend hoog hoempapa-gehalte, een jammerlijk dieptepunt. Dan lijkt het misschien tijd om te accepteren dat Franz Ferdinand niet meer de band is die het ooit was. Ook letterlijk: naast Kapranos staat van de oorspronkelijke line-up alleen bassist Robert Hardy nog op het podium.
Maar vervolgens schakelt er wat in de show. Een heerlijk Michael luidt eindelijk een blokje met meer dan één ouder nummer in, dat een onvermijdelijk crescendo bereikt met Take Me Out. Natuurlijk staat de zaal dan op zijn kop, en natuurlijk is Kapranos dan op zijn best als stuiterende showman. Maar nu zien we ook de rest van de band excelleren. Vooral drummer Audrey Tait, de meest recente aanwinst, doet het erg goed. Misschien zat de stijfheid van de show aan het begin ook in Kapranos’ strak gekamde kapsel, want zodra hij na veel op een neer springen de coupe van een vogelverschrikker heeft, komt de show echt tot leven.
Een spontaan Jacqueline op verzoek van een fan trapt de toegift af, waarin zelfs de twee nieuwe nummers die voorbijkomen goed te slikken zijn. Via het zelden live gespeelde oudje Evil And A Heathen bereikt de show dan zijn apotheose met een langgerekt This Fire. Kapranos’ haar hangt inmiddels volledig voor zijn ogen, het zweet druppelt van zijn en onze voorhoofden af, en wanneer het laatste refrein arriveert, staat Paradiso te springen met een intensiteit die de bovenzaal in 2003 vast had laten instorten. Franz Ferdinand is dan misschien niet meer de band die het ooit geweest is, het vijftal kwam uiteindelijk toch gevaarlijk dicht in de buurt.
Gezien: 3 maart 2025 in Paradiso, Amsterdam